woensdag 30 september 2015

Een devote dag

Friol - Sobrado dos Monxes 24 km 


En het is zo stil in mij ik heb nergens woorden voor
Het is zo stil in mij en de wereld draait maar door

Het is zo stil in mij ik heb nergens woorden voor

Het is zo stil in mij

Iedereen kijkt maar niemand zegt wat hij denkt

Iedereen kijkt maar niemand is wie je denkt

En het is zo

Stil in mij

Zo stil in mij



Van Dik Hout

Eenvoudig kruis op een devote dag
Vannacht was ik de enige pelgrim in Pension Benigno en daar dit de enige mogelijkheid tot logies is in Friol ben ik vandaag de enige pelgrim tijdens de etappe naar Sobrado dos Monxes.
Een mooi cadeautje zo aan het eind van mijn reis. Goede gelegenheid alles eens te overdenken. De mensen die ik heb ontmoet en me vaak geholpen hebben. Met een vriendelijk woord of water toen het zo warm was. De medepelgrims van wie je bij het begin van je reis het bestaan niet eens wist en die vrienden zijn geworden. En ook dankbaarheid dat je gespaard bent gebleven van ongelukken, blessures, ernstige ziektes of ander onheil zoals bedwantsen.

Maar eerst  nog even terug naar gisteren. Gelukkig voelde ik me al snel beter en dan is het wel eens lekker om een rustdag te hebben in een stadje waar je niet naar allerlei bezienswaardigheden hoeft, gewoon omdat die er niet zijn. Er was ook geen wasserette, maar voor 8 euro wilde de dochter van de uitbaatster mijn wasje wel doen. Echt zakenvrouwtje want dat is precies de helft van de prijs van een kamer. Maar ik ben al lang blij dat ik niet als een stinkende pelgrim Santiago hoef binnen te treden of zoals de middeleeuwer mijn wasje in de beek in Lavacolla moet doen.

Voor 8 euro wasgoed aan de lijn
Met de kapster afgesproken dat ik om 4 uur de eerste klant na de siesta zou zijn. Twee weken geleden in Oviedo ook al naar de kapsalon geweest maar dat wicht had er niet veel van gebakken.
Zelf ook siesta gehouden en om tien voor 4 schrok ik wakker. Geen paniek, dacht ik, dit is Spanje.
En inderdaad, toen ik om tien over 4 bij de kapsalon arriveerde was die nog gesloten. Maar een kopje koffie gaan drinken en toen ik om tien voor half 5 terug kwam zat de kapster lekker in het zonnetje.
Heerlijk land is Spanje toch, als je zo kunt leven. Mijn lerares Lola zei het vroeger al: venir a punto es muy mal educado (op tijd komen is niet welopgevoed).
Kapster Veronica is nog nooit in het buitenland geweest, maar Nederland kent ze van films en van de tv: veel rivieren, weet ze.
Santiago kent ze van de kappersvakschool. En blijkbaar heeft ze daar goed opgelet want ik ben erg tevreden met  mijn nieuwe coiffure. En dat voor de prijs van je wasje doen: ook hier is de rekening 8 euro. Kortom: voor 16 euro zie ik er straks weer netjes uit en stink ik niet.

Veronica kent Santiago van de kappersvakschool
Mooiste moment van de dag
Als ik op het plein zit komt daar een vrouw op leeftijd met een gezellig hoedje op beukenoten rapen.
Ze praat erg moeilijk Gallego en ik kan haar slecht verstaan, maar dat hoeft ook niet. Ik help haar met beukenoten rapen en denk: waarom kan het leven niet altijd zo eenvoudig en mooi zijn. Op een pleintje met een oud vrouwtje woordloos beukenoten rapen.

Vredig beukenoten rapen


Vandaag
Over vandaag is niet zoveel te vertellen behalve dat die gelegenheid gaf tot reflexie. En ook mooi was dat ik er geen beschrijving van had. Meteen na Friol weken de groene pijlen af van in de Duitse gids beschreven route. Meestal weet je precies na hoeveel kilometer er een bar of winkel komt (of dat er niets komt) maar vandaag was het afwachten of er iets zou komen (vermoedelijk niets).
Na 20 km was er toch een bar, maar met een sleets interieur. Dat is niet zo erg maar ook de koffie was slap. En toen ik weer buiten stond kwam daar net een groep drukke Italianen aan. De weg van Friol was hier samengekomen met de pelgrimsroute vanaf de kust, dus weg rust.

Sleets interieur met slappe koffie
Die rust straalt  het Cistercienzer klooster van Sobrado dos Monxes nog wel uit. Monnik Santiago (hij heet zo omdat hij daar is geboren) heette mij hartelijk welkom en was blij dat ik daar kwam slapen. En ik was weer blij dat hij mij gastvrijheid bood en zo waren we allebei blij.
Het klooster vindt zijn oorsprong in de tiende eeuw. De cistercienzer monniken namen de zaak pas in 1142 over.

Ik moet opschieten met deze blog want om 7 uur ga ik naar de Vespers zodat het inderdaad een devote dag wordt.


Monasterio Santa Maria de Sobrado





dinsdag 29 september 2015

Een dagje uitzieken


Friol - Friol 0 km


{Nachtzuster} wat moet ik zonder jou beginnen

{Nachtzuster} Ik brand van binnen

{Nachtzuster} Doe iets aan de pijn

{Nachtzuster} wat ben ik zonder al je zorgen

{Nachtzuster} Haal ik de morgen

{Nachtzuster} Doe iets aan de pijn

Ik lig hier te beven en te zweten

Visioenen, koorts en kippevel
Zuster zeg me, blijf ik wel in leven
Hou me even vast dan lukt dat wel

Doe maar


Virgen de los Ojos Grandes: beschermheilige van Lugo
Gisteravond voelde ik me nog beroerd. Ik sliep in een soort suite a deux. Twee aparte kamers maar wel een gedeelde badkamer. En in de andere kamer sliep Petra die adequate bruistabletten voor me had. "Ik kom morgenochtend nog wel even kijken," zei ze.
Kortom: ik voelde me goed verzorgd, net als in dat liedje van Doe Maar.

Vannacht steeds halve uurtjes geslapen. Vanochtend (dinsdag) voel ik me al een stuk beter, maar nog niet goed genoeg om al weer te gaan stappen. De mensen van het pension zijn ook erg meelevend, dus dat gaat wel goed allemaal.
Er is hier in Friol niets te beleven, maar dat is juist wel goed.

En dank voor alle beterschapswensen per e-mail, erg ontroerend om te lezen hoe volgers meeleven (en ook leuk te merken dat er volgers zijn van wie ik nog helemaal niet wist dat het volgers zijn).

Dan een update van mijn avonturen.
Het was erg leuk om Marie-Anne weer te zien en een dag in haar gezelschap door te brengen. Het is altijd lastig daar over te schrijven omdat de lezer - die niet in de context van de camino zit - daar wellicht andere bedoelingen achter zoekt. Ik citeer graag even volger Jaap die dat perfect verwoordde.

de onverwachte hand in jouw hand, het hoofd op de schouder,
en alles zonder bijbedoelingen.
Het leven na de camino ontbeert veel van dit soort intimiteitjes: volgens mij komt dat omdat iedereen weet dat-ie op de camino een passant is en de conventies uit zijn 'normale' leven kan loslaten. Begrijp je wat ik bedoel? Heb ik, zoals zovelen, daarom zo'n heimwee naar de camino?


Marie-Anne en ik hadden elkaar sinds 3 augustus niet meer gesproken. Grappig om te horen dat we veel dezelfde 'kennissen' hadden. Maurizio en Christina (het koppel zonder geld), Peter de snurkende Duitser uit Lubeck die van de dokter meer moest drinken en dat vertaalde door 's ochtends om 11 uur al bier te gaan drinken. Ook de Deen voor half geld had ze ontmoet.

De ommuurde stad Lugo

's Avonds stelde ze me voor aan een jonge Belg. Ik verstond niet zo goed hoe Marie-Anne hem noemde, dus ik vroeg later nog eens zijn naam. Stijn: er ging meteen een licht bij me branden. In Noord-Frankrijk kreeg ik op veel overnachtingsadressen de vraag of ik Stijn had ontmoet.
En ook Nicolette met wie ik begin augustus drie dagen samengelopen had, had ook met Stijn samengelopen.
En Stijn had net zo'n shirt aan als ik heb. Ik droeg bij de ontmoeting een ander shirt dus vroeg of hij dat soms van de waslijn had gestolen. Hij ging hier serieus op in.

Selfie met Stijn: Het is niet mijn broer
Afscheid Marie-Anne
Gisteren afscheid genomen van Marie-Anne (ik loop nu een andere route). Ons eerste afscheid op 10 augustus was erg onbevredigend. Ik stapte juist in de bus in Limoges toen zij 50 m verder de hoek om kwam lopen. We zwaaiden even naar elkaar en dat was het.
Gisteren goed afscheid genomen en haar bedankt dat ze een dagje 'mijn vrouw' wilde zijn. Het was de gelukkigste dag van mijn leven.
Je kunt het ook overdrijven, vond Marie-Anne.

Van Lugo naar Sobrado de los Monxes
Gisteren naar Friol gelopen. Wilde vandaar naar Sobrado de los Monxes om de andere route van de kust naar Santiago weer op te pakken. Het was erg rustig, nauwelijks andere pelgrims en je kwam door geen enkele dorp.
Hoogtepunt was het meelopen met een boer die zijn koeien naar een weiland 1,5 km verderop bracht.
Ik was toen nog niet ziek, maar blijkbaar was het al wel aan me te zien want de boer vroeg of ik moe was.
Hij legde me ook de juiste weg uit, want de groene pijlen waren niet overal even consequent aangebracht (en de Duitse gids die ik had beschreef een geheel andere route).



Santa Eulalia
In Santa Eulalia is de bijzondere kerk helaas op maandag gesloten. Dan maar een stilleven met een landbouwwagen ter herinnering aan mijn vader zaliger (hij noemde zichzelf altijd wagenmaker, naar zijn eerste beroep). Hij zou deze week 102 zijn geworden.

Stilleven met landbouwwagen

Leeg landschap

De pijlen zijn hier niet geel maar groen



Groeten uit een grijs Friol. dat grijze gebouw waar je 'tegenaan loopt' is het pension waar ik uitziek

maandag 28 september 2015

Geen blog wegens ziekte

Lugo - Friol 13 km te voet en 14 per taxi

Vandaag  werd ik 'middags ineens ziek. Koorts en misselijk.
Niets ernstigs, even uitzieken, maar geen blog.

De weg gedeeltelijk per taxi afgelegd (helaas Jaap, de kerk in St Eulalia is op maandag gesloten).


zondag 27 september 2015

Een vrouw voor één dag

Castroverde - Lugo 22 km


Johanna een meisje van 17 jaren
dat was er zo'n aardig ding
maar ze had op het gebied van de liefde 
totaal geen erva - ring
het was een aardig meisje
bedrijvig als een hen
ze werkte bij een gegoede familie
als meisje voor halve da- gén 

Rijk de Gooijer

Vanmorgen voor dag en dauw opgestaan. Het is nog donker als ik de deur van mijn hotel achter me dichttrek. Geen zin om daar te ontbijten want de kans is groot dat Javier zich dan bij me voegt. Alle bars zijn nog dicht, maar gelukkig vind ik langs de grote weg nog een soort banketbakkerij die ook thee en koffie serveert.
Na het ontbijt (8 uur) is het nog steeds donker. In Castro Urdiales heb ik ook maar eens zo'n 'mijnwerkerslamp' aangeschaft. Handig nu om de gele pijlen te zoeken.

Ochtendstemming

Met pompoenen op het veld
Na drie kwartier lopen voel ik ineens een hand op mijn schouder: Marie-Anne. Voor een gratis biertje op een terras in Lugo wil ze wel een dagje 'mijn vrouw' zijn, zodat ik straks geen last heb van het gezelschap van Javier. Prima deal vind ik dat en ik leg uit dat gegoede families vroeger in Nederland een 'meisje voor halve dagen' hadden, maar een vrouw voor één dag vind ik ook wel mooi.
Goed gesprek met een konijn

Er zijn vandaag alleen maar kleine dorpjes tot Lugo zonder bars, maar halverwege is een soort zelfbedieningsbar met automaten voor drank en voedsel en een magnetron.
Als Javier langskomt leunt Marie-Anne overdreven tegen mijn schouder. Dat is één bier, zegt ze als hij weg is.
De Amerikaanse Carol en Jeff hebben gehoord dat ik uit Nederland ben komen lopen. Jeff komt op me af en geeft me een hand: God bless you. 


Zelfbedieningsbar

Carol and Jeff: God bless you
Ik maak een praatje met Jeff en kom tot de conclusie dat Marie-Anne al weg is. Moor is dat.
Maar even later staat ze toch op me te wachten. 
Even later loopt Javier met een groepje voor ons uit. Javier heeft nieuw publiek, want dat is het. Het is niet zo zeer conversatie dat hij nodig heeft, maar publiek dat naar hem wil luisteren.
Vlak voor we ze inhalen geeft Marie-Anne me een hand. De weg voert licht omhoog. Hand in hand halen we de groep Javier in.  Dat is twee bier, zegt Marie-Anne.
Dit noemt men un llano falso (vals plat) roept Javier me nog na.
Ja, maar ik ben nu met  una mujer autentica roep ik terug. De groep Javier moet hier erg om lachen.

Groep Javier (links) met rechts de vlag van Las Islas Canarias

Marie-Anne heeft er een flink tempo in en ik moet moeite doen haar bij te houden. Dit betekent een flinke aanslag op mijn achillespezen en ik ga dit dan ook geen dagen volhouden. Dat hoeft ook niet want morgen neem ik een andere route.
Marie-Anne vertelt dat ze geen dagboek meer bijhoudt omdat alle dagen zo'n beetje hetzelfde zijn. Schitterend landschap, aardige mensen. Ik begrijp dat wel. Als je zo hard loopt en nauwelijks pauze neemt, maak je niet veel  mee.
Ik maak graag een praatje met deze en gene. Desnoods praat ik net als Sint Franciscus met de dieren.
Voordeel is dat je al om 13.00 uur op de plaats van bestemming bent. Ik besluit ook in de herberg te overnachten omdat ik weet dat Javier alleen in hostals slaapt. Maar zelfs daar ben je niet veilig want ineens staat hij naast mijn bed. Ik duik snel bij Marie-Anne in bed die niet meer bijkomt van de lach. Dat is drie bier, snikt ze.

Entree Lugo


Om half drie is de herberg vol. Het is goed weer eens in een herberg te overnachten. Je ervaart hier het pelgrimsgevoel van vriendschap en solidariteit. Als ik mijn wasje doe biedt een jonge Spaanse me haar zeep aan. Er is iemand met medische problemen. Een pelgrima gaat haar vriendin roepen die verpleegster is. Dit mis je allemaal als je in hostals slaapt. Je vervreemdt dan van je medepelgrims.
Nadeel is dat je wel flink door moet stappen anders is de herberg vol. Voor mij is rustig lopen met pauzes en ontmoetingen essentieel. Die hebben er ook voor gezorgd dat ik nu op 100 km van Santiago ben. Als ik dit tempo had aangehouden, had ik al lang weer thuis gezeten.

Lugo

pelgrimsherberg Lugo

Lugo
En volgers: ik ben vanmiddag netjes afscheid wezen nemen van Javier en heb hem bedankt voor zijn gezelschap en deskundige uitleg van veel zaken.
En ik ben ook niet met Marie-Anne aan de boemel, maar zit hier zoet in art deco Café del Centro mijn blog bij te werken.
Morgen ga ik richting Sobrado dos Monxes dus dan is het ook weer van haar afscheid nemen. Maar een vrouw voor één dag was ook leuk. Al wilde ze in de herberg niet mijn wasje doen want zo zei ze: de slavernij is al sinds 1861 afgeschaft. 
Ja, antwoordde ik: maar het huwelijk bestaat nog.

Café del centro









zaterdag 26 september 2015

Extra aflevering: Marie-Anne


Mijn lieve god, hoe is het mogelijk dat ik je hier ontmoet 

Ik dacht dat ik je nimmer weer zou zien 

Ik dacht, ik weet niet wat ik dacht maar ik denk nu wat is dit goed 

Meesterlijk en aardig bovendien 



En Ik ben blij dat ik je niet vergeten ben 

Dat ik nog zoveel kleine dingen van je ken 
Omdat ik steeds ben blijven dromen 
Dat het toch zover zou komen
wat ben ik blij dat ik je niet vergeten ben


Joost Nuissl

Het is kwart over 8 's avonds. Ik heb mijn blog bijgewerkt en wil wat eten. Cafeteria Lenda heeft alleen maar platos combinados en daar heb ik niet zo'n zin in. Ik heb ook niet veel zin om met Javier te dineren, dus ik ga maar een straatje om. Een vrouw met een hoofddoek om komt me tegemoet. Aan haar blote voeten in sandalen zie ik dat het een pelgrima is. Zonder eigenlijk te weten waarom zeg ik bonsoir in plaats van buenas noches.
En dan...zie ik het goed? André!! roept ze.
Het is Marie-Anne, de vrolijke wiskundelerares van meer dan een maand geleden.
De omhelzing is hartelijk.
Marie-Anne is met een grote groep pelgrims en nodigt me uit samen te eten.

Marie-Anne vanavond
31 juli jl.  - het lijkt inmiddels wel een andere reis - lag ik ergens in Frankrijk onder een boom te slapen. Toen ik mijn ogen open deed kwam daar een Francaise aangelopen.
Toen ik even met haar gepraat had, realiseerde ik me dat ze geen rugzak had. Die had ze zonder dat ik iets gemerkt had naast de mijne gezet. Mijn telefoon, camera en portemonnee lagen een eindje verder op een tafeltje. Ik besloot voortaan beter op te letten. Die avond schreef ik in mijn blog de volgende profetische woorden:

We nemen afscheid. Altijd een spannend idee. Zal ik haar deze reis nog vaker zien en van alles met haar meemaken of blijft het bij deze korte ontmoeting? We zullen zien. 


Eerste ontmoeting met Marie-Anne op 31 juli
Op maandag 3 augustus zag ik haar weer.  Het was een bloedhete dag en ze liep samen met een landgenoot, Roger, die het zo te merken niet echt prettig vond dat ik me bij hen voegde.
Marie-Anne lachte veel. Ik moest raden wat voor beroep ze had. Iets met atoomsplitsen?
Nee, ze had liever kaarsen dan kerncentrales. Ze was lerares wiskunde.
En Roger is al lang weer naar huis.

Roger en Marie- Anne op 3 augustus
10 augustus was de laatste keer dat ik haar zag. Ik wilde met de bus vanuit Limoges naar de buitenwijken om daar mijn tocht te hervatten. Ik stond bij de verkeerde halte en toen ik uiteindelijk wel bij de goede halte stond, duurde het nog drie kwartier voor de bus kwam.
Toen de bus arriveerde kwam er 100 m verder juist een pelgrima de hoek omlopen. Marie-Anne. We zwaaiden even naar elkaar en ik stapte de bus in. Later speet het me dat ik niet een volgende bus genomen had. Nu verdween ze wel op een heel onbevredigende manier uit mijn leven (ik had het idee dat ze in Limoges haar pelgrimage stopte).

Encore une fois!


Tot vanavond dus.
Vanochtend had ik het idee dat ik afscheid genomen had van al mijn vrienden (behalve Javier van wie ik juist wel afscheid had willen nemen). Nu is er een vriendin 'van vroeger' voor in de plaats gekomen. Zo voelt het tenminste, die tijd in Frankrijk lijkt wel een andere reis, maar met Marie-Anne voelt het weer vertrouwd. Alsof ze de verbinding met de periode in Frankrijk weer tot stand wil brengen.

We hebben veel bij te praten. Vaak blijken we in dezelfde gelegenheden te hebben overnacht - het kasteel van Puy Ferrat bijvoorbeeld - maar dan net op een andere dag.

y si vienes y no estamos
es que no coincidimos

Zien we elkaar weer? We zullen zien, maar nu hebben we elkaars adresgegevens.

Intiem diner met Marie-Anne vanavond
Vanochtend vroeg ik me af of ik er wel goed aan deed hier te blijven en afscheid te nemen van mijn vrienden die doorliepen naar Lugo.
Als ik ook naar Lugo was gelopen dan...
De camino blijft verrassingen houden (en ja volgers, het was weer een vrouw).


Laat me alleen

Cadavo Baleira - Castroverde 8 km

De blog van gisteren staat inmiddels ook online


Laat me alleen, alleen met al m'n verdriet
het is beter dat ik nu geen mensen zie
niemand, niemand die me troosten kan
ik verloor mijn toekomst en mijn doel

Rita Hovink

Nee, geen verdriet en ook mijn doel heb ik ook niet verloren (integendeel, dat komt nu wel erg dichtbij) maar 'laat me alleen' was vandaag wel mijn hartekreet.

Luciana en Ana
Vandaag met Javier afgesproken om half 8 in ons pension te ontbijten. Ik heb voor vandaag een korte etappe gepland om daarna wat achterstallig onderhoud te verrichten (wasje doen en de blog van gisteren schrijven). Neem me voor om straks tegen Javier te zeggen dat ik vanaf morgen weer alleen wil lopen. Het is een aardige man, maar veel te druk voor mij.
Dat hij pas om kwart voor 8 aankomt stoort me niet zo, dat is nu eenmaal Spaans. Of zoals mijn lerares Lola vroeger zei: Venir a punto es muy mal educado (op tijd komen is niet welopgevoed).
Ik vermaak me ondertussen met de Italiaasne Luciana en Ana die ik gisteren heb leren kennen.

Het cafe loopt snel vol met pelgrims die hier willen komen ontbijten. Op een gegeven moment zit iedereen te eten behalve ik. Uitbaatser Marie Carmen komt vragen of ik niet moet eten. Ik antwoord dat ik een tostada besteld heb. Dat heeft ze totaal niet meegekregen.
Nee, je praat ook erg slecht Spaans, zegt Javier. Ik kan hier wel om lachen.
Waar ik niet zo om kan lachen is dat Javier zijn rugzak nog op zijn kamer heeft staan. Dos minutos, zegt hij en verdwijnt naar boven.
Als hij na twintig minuten nog niet terug is, ben ik het zat. De periode dat donker overgaat in licht, is voor mij de mooiste van de dag en nu zit ik hier op een barkruk in een leeg café op mijn metgezel te wachten.
Ik wacht buiten nog even in de trieste straat, Maar vertrek dan toch.

Wachten in een trieste straat
Inderdaad zorgt de mist weer voor mooie beelden.

De mooiste uren van de dag



Na een uur komt er een groepje Italianen voorbij waarin ik tot mijn verbazing Javier ontdek. Hij groet vrolijk alsof er niets gebeurd is en loopt me voorbij.
Gisteren was hij de laatste uren niet vooruit te branden en moest elk kerkje en plantje van commentaar voorzien worden. Nu loopt hij me al na een uur voorbij terwijl ik toch stevig doorgelopen heb. Ik spreek hem aan op zijn gedrag, maar meer dan een lo siento (het spijt me) komt er niet uit. 

In Vilabade ontmoet ik Aaron weer. Hij wil wel met me op de foto.

Samen met Aaron
In Vilabade zou Franciscus van Asisi in 1207 een klooster gesticht hebben tijdens zijn pelgrimage (een klooster stichten tijdens je pelgrimage, dat is nog eens wat anders dan je blog bijwerken).
Van het klooster zijn slechts resten over. Nu is er de Iglesia Gotica de Santa Maria de Vilabade. 
Binnen is het een drukte van belang omdat men voorbereidingen treft voor een trouwerij.
Er is een mooi houten retabel met een beeld van Sint Jacob te paard.


Sint Jacob te paard

Petra wil iets met me bespreken dus we lopen de volgende 2 km samen naar Castroverde. Als ik dat aan Javier vertel, begint hij met een uitleg over een beeld.

We zijn al om 11 uur in Castroverde. Wel erg vroeg, maar het alternatief is nog 22 km doorlopen naar Lugo. Bovendien heb ik een kamer in een pension gereserveerd en ik vind het niet correct om die nu af te bellen.
Francois en Catthy, Christian en Monique, Aaron en Petra lopen allemaal wel door naar Lugo. Voor mij het zoveelste afscheid, maar het is goed zo. Anders zou het afscheid morgen zijn, want na Lugo neem ik afscheid van de Camino Primitivo en volg de suggestie van volgers Jaap en Luc om naar het klooster van Sobrado dos Monxes te gaan. De Camino Primitivo komt al bij Melide op de (drukke) Camino Francés en die ken ik inmiddels wel.

In pension Cortés staat Javier de zaken te regelen. Even vrees ik dat we een tweepersoonskamer hebben, maar die vrees is ongegrond.
Javier is een beste man, maar gewoon te druk voor me. Ik snak naar weer alleen verder te lopen en moet denken aan de vele mensen die me de afgelopen tijd vol ongeloof vroegen of alleen lopen niet saai is en ik niet liever met een maatje zou lopen.

Er is geen wifi en pension Cortes en dat is een slecht voorteken. Als er in een dorp op het eerste adres geen wifi is, is er meestal nergens wifi. Dat ondervond ik al in Kalmthout.

Gelukkig heeft Cafeteria Lenda wel wifi, maar wat ik ook probeer, ik krijg geen verbinding. De serveerster is nergens te zien. Ik zit me behoorlijk op te winden (wat toch met al die mensen die me vertelden dat ik zo'n rust uitstraal) tot ik ontdek dat ze buiten op het terras een sigaretje zit te roken.
Nee, het wachtwoord is toch echt hetzelfde als de naam van de zaak: cafeteria Lenda.
Het lukt me nog steeds niet verbinding te krijgen. Ik zet  mijn laptop uit en weer aan, maar nog steeds niets. Net als ik de wanhoop nabij ben, zie ik de fout. Ik heb steeds cafetaria ingetikt, maar in het Spaans is het cafeteria  (met e in plaats van a).

Als ik mijn blog zit te schrijven, komt Javier binnen. Ik groet hem, maar hij ziet me niet (of doet alsof).


Spaanse schonen
Ook in Castroverde is er een huwelijk (of het is hetzelfde als in Villabade). De dames zien er op hun paasbest uit. Ik vraag of ik een foto mag maken en vraag er ook een man bij (anders gaan de volgers weer zeggen dat ik alleen vrouwen fotografeer).

Eind in zicht
Tja volgers, toen ik thuis in Alkmaar de eerste stap zette had ik Santiago helemaal nog niet in beeld. Dat was nog zo ver weg, daar kon je beter niet aan denken. In Belgie werd de afstand tot Santiago nog aangeduid in duizenden kilometers. In Frankrijk tussen de 1000 en 2000 km. In Spanje werd het minder dan 1000 en morgen passeer ik waarschijnlijk de 100 km-grens.
Zoals het er nu naar uitziet, ga ik volgende week vrijdag in Santiago arriveren. Sinds Jetta me er enkele weken geleden erop attendeerde dat ik op een vrijdag ben geboren, leek me dat wel een mooie dag om aan te komen.

'De laatste loodjes' zeggen sommigen, maar zo ervaar ik dat helemaal niet. Ik zou nog weken door kunnen lopen. En misschien doe ik dat ook wel. Nee, geen weken, maar enkele dagen om af te kicken. Ik ga dan niet zoals velen naar Fisterra (de middeleeuwse pelgrim ging hier ook heen, niet om de apostel te vereren, maar uit nieuwsgierigheid naar het einde van de wereld), maar naar Muxia.

Sommige pelgrims die vanuit Nederland vertrekken inviteren familie of vrienden onderweg enkele dagen mee te lopen. Mijn Annemieke begreep zelf al dat ze dat niet moest doen. Kom maar naar Santiago als ik daar geraak, zei ik (ze is daar nog nooit geweest).
Enfin, dinsdag 6 oktober komt ze en dan gaan we op zaterdag 10 oktober weer naar huis.

Maar zover is het nog niet. We gaan er nog een mooie laatste week van maken, met wellicht nog een klein toemaatje.

Loslaten
Blijkbaar wordt ik nu het doel nadert wat nonchalanter. Hier een lijstje van wat ik de afgelopen dagen verloren heb
- het mes dat ik van Maurizio gekregen had
- een paar sokken
- tandenborstel
- zakdoek
Pelgrimeren is loslaten, maar het moet toch niet te letterlijk opgevat worden.


O ja, ik merk dat veel volgers van het eerste uur er nog steeds zijn (dank voor jullie uithoudingsvermogen). Van sommigen hoor ik niets meer.
Ik zou het leuk vinden deze laatste week nog wat berichtjes te krijgen. Als het niet lukt via de blog, kun je ook een e-mail naar info@brouwervanteksten.com sturen.

En tot slot nog een exemplaar uit de in de Jacobsstaf te verschijnen serie Katten op de camino.



vrijdag 25 september 2015

Ik wil wat zeggen maar ik ben veel te moe

A Fonsagrada - Cadavo Baleira 24 km


Valt het je op dat de zon feller schijnt 
als de rook om je hoofd is verdwenen. 
Valt het je op dat de wind harder waait 
als je hem tegen hebt in plaats van mee. 
't Is koeler in huis dan aan zee 
als de rook om je hoofd is verdwenen. 


Je wilt wel wat zeggen maar je bent veel te moe
want je moet langs de trap naar beneden

 Boudewijn de Groot


Om twee reden is het lied van de dag toepasselijk. Nu het herfst wordt zijn de dalen 's ochtends ingepakt in een dikke deken van mist die slechts langzaam oplost. Geen rook, maar mist, maar toch.
Als de mist is verdwenen schijnt de zon inderdaad fel.
En aan het eind van de middag wilde ik nog wel wat zeggen, maar ik was veel te moe.


Als ik om 8 uur 's morgens vertrek is het juist licht. Ik zie Javier voor me uit lopen en onwillekeurig houd ik wat in. Het is een aardige man, maar ook erg druk en daar heb ik 's morgens vroeg niet zo'n zin in.
Ik maak een kleine omweg naar de albergue waar de aangeschoten pastoor me 16 jaar geleden naar toe bracht. Ik heb de foto ervan heel wat keren vertoond in de lezingen die ik over mijn eerste camino heb gehouden en ik zie dan ook meteen dat de herberg een nieuw kleurtje heeft gekregen, fris geel in plaats van dat iele wit.
Ik loop even door de tuin waarin ik 16 jaar geleden tevreden een sigaar rookte en de buren minzaam groette. Destijds veranderde  ik binnen een half uur van dakloze naar trotse bewoner van een huis.
Herberg met nieuw kleurtje
Onderweg kom ik Aaron, de vrolijke Taiwanees weer tegen. Een erg aardige jongen maar door zijn gebrekkige Engels blijft de conversatie moeizaam. Hij drijft samen met zijn vriendin een coffeeshop (waar ze in tegenstelling tot Amsterdam alleen maar koffie schenken). 
Hij vraagt waar ik in Holland woon, want Holland kent hij wel. Veer plaatsnamen eindigen daar op dam, weet Aaron. Amsterdam, Rotterdam, Volendam. 
Ilpendam, vul ik aan, maar dat kende hij nog niet.
Op een gegeven moment kan ik hem niet meer volgen als hij vertelt dat ze in Taiwan 13 uur per dag lopen. Pas als ik weer alleen loop, besef ik dat hij wilde zeggen: we work....Maar dat hij zei: we wolk, wat ik weer verstond als we walk. Lost in translation. 

Aaron: we wolk 13 hours a day
Bij de resten van de pelgrimsherberg Real Hospital de Santiago de Montoute tref ik Javier weer. Hij vertelt veel over de architectuur en de inrichting. Er zijn stenen bankjes gemaakt waar midden op de dag precies het zonlicht op viel zodat de zieke pelgrims daar konden aansterken.

Real Hospital de Santiago de Montoute
Hier konden zieke pelgrims aansterken




Javier vertelt verder dat je beter niet kunt zeggen dat de Camino Primitivo een camino duro (een zware camino) maar un camino fuerte.
Javier heeft zijn hielen nog niet gelicht of er komt een boer aan. Hij zag mijn rugzak staan en dacht dat er een pelgrim in de kapel was gaan slapen. We maken een praatje waarin de boer zegt dat de camino Primitivo un camino duro is. 

In het bos heeft iemand een bar ingericht. Ik tref er Monique en Christian (het Franse niet met elkaar getrouwde stel van het schuurke), twee Italiaanse dames (Ana en Juliana ) en Javier.
Javier vraagt de uitbater of hij soms uit Argentinie komt vanwege zijn accent. Antonio reageert als door een wesp gestoken. Ja, maar hij woont al langer in Spanje dan hij in Argentinie heeft gewoond.
Om het goed te maken vertel ik dat onze koningin uit Argentinie komt. Ja Maxima kent hij wel en haar vader uit het Videla regime ook. 

Ik besluit maar met Javier verder te lopen. Er komen nog zware beklimmingen en met wat aanspraak ben je minder met de zwaarte van het traject bezig.
Javier is een aardige man, heeft humor en weet ontzettend veel, vooral over schilderkunst en architectuur. Die kennis wil hij ook graag spuien. En ook biologie is hem niet vreemd. Elk plantje krijgt een naam en uitleg.
Op een gegeven moment word ik hier toch wel erg moe van. Geen seconde staat zijn mond stil.
Ook als ik niets meer terug zeg gaat hij door. 
Dit brengt me op iets anders. Van diverse volgers kreeg ik al eens een e-mail dat het ze was opgevallen dat ik me vooral in vrouwelijk gezelschap ophield. Ik weet nu ook weer waarom.
Ik wil niet generaliseren, maar veel mannen zijn in hun conversatie toch op zenden gericht. Dat wil zeggen: veel informatie spuien zonder zich af te vragen of de toehoorder daar wel op zit te wachten.
Ik heb het meegemaakt met de Catalaan in het Baskenland (met zijn broer die hetzelfde traject op de fiets aflegde) en nu weer met Javier. Er komt geen eind aan de informatie waardoor je op een gegeven moment niets meer opneemt. Het enige is dat Javier wel humor heeft zodat er af en toe iets te lachen is (dat dan weer wel).
Soms wil je ook wel eens gewoon een stukje lopen en een mooi kerkje een mooi kerkje laten zonder overspoeld te worden met allerlei architectonische details.
Zelfs over geraniums (die in het Spaans ook geraniums blijken te heten, tenminste zo klinkt het), weet Javier allerlei wetenswaardigheden.
Ik bewaar prettige herinneringen aan de mannen die ik op deze camino heb ontmoet: Bert uit Amersfoort, Maurizio zonder geld maar met veel levenswijsheid, Christophe die me af en toe nog een sms stuurt en de Duitse Gerhard. Maar veel mannen zijn toch vooral bezig met zenden en niet met ontvangen. 

Javier zit nog niet achter de geraniums

Om ook maar eens iets te berde te brengen vraag ik of windmolens om elektriciteit op te wekken Molinos de vientos heten. In het Frans zijn het namelijk geen moulins de vent, maar éoliennes.
Javier weet dat niet, maar vervolgens krijg ik een hele uitleg hoe de dynamos van die molens werken.
Heten windmolens in het Spaans Molinos de Vientos?
In theorie is de etappe gemakkelijker dan die van gisteren, maar op de een of andere manier valt het in de praktijk erg tegen. Om kwart voor 5 moet er nog 7 km afgelegd worden.
We drinken wat in een bar. volgens Javier zullen we om 6 uur arriveren, maar die mededeling wekt mijn ergernis op. Er komt nog een zware klim en dan leg je nog geen 4 km per uur af.
We gaan op weg, want zo weet ik nog uit te brengen:
si no vamos
no llegamos

Na een uur wil Javier weer wat drinken in een bar. Ik stel voor door te lopen, maar Javier staat erop. "Duurt maar twee minuten".
Javier gaat maar door. Ieder kerkje en plantje krijgt weer een uitleg. Ik wil (net als in dat liedje) nog wel wat zeggen maar ik ben vee te moe.
Na 18.00 wil ik eigenlijk niet meer lopen, maar we zijn er nog lang niet. Als Javier om 19.00 weer gaat zitten om iets te drinken, ben ik het moe en vertel dat ik doorloop. Om 19.30 uur kom ik in het pension van Maria Carmen aan. Javier verschijnt na 20 minuten.
Ben te moe voor mijn weblog en besluit morgen een halve rustdag te nemen. 

Als toemaatje een exemplaar uit het toekomstig artikel in de Jacobsstaf: Katten op de camino.