Sobrado dos Monxes - Arzua 23 km en ,met de gebroeders Freire door naar Lavacolla
Ik nader het einde en onbewust begin ik de balans op te maken ... Eén ding is zeker. Ook als ik al lang en breed onder de zoden lig en mijn aantekeningen zijn vergaan, ook dan zullen weer nieuwe generaties hetzelfde pad gaan. Met dezelfde verwondering zullen zij ervaren dat op dit pad overmorgen gelijk is aan eergisteren, omdat er hier nooit iets verandert. Mensen zijn schakels die voorbijgaan, wat blijft is de camino.'
Uit Ver onderweg: Jeroen Gooskens
Jeroen
Dit keer geen Nederlandstalig lied, maar bovenstaand citaat dat volger Bram gisteren als commentaar toevoegde. Ik had het niet beter kunnen kiezen.
Ik heb het al vaker verteld, maar voor de nieuwelingen nog maar een keer.
Midden jaren negentig was ik een keer op zoek naar een mooi boek. Mijn oog viel op Ver Onderweg van Jeroen. Ik was toen nog helemaal niet met pelgrimeren bezig, wist nauwelijks waar Santiago lag en van het Genootschap had ik nog nooit gehoord.
Waarschijnlijk heeft dit boek de grondslag gelegd voor mijn pelgrimages.
Later heb ik het genoegen gehad via ons Genootschap Jeroen persoonlijk te leren kennen. Als ik bovenstaand verhaal vertelde, lachte hij altijd wat verlegen.
In 2013 hebben we samen met een groot aantal pelgrims definitief afscheid genomen van Jeroen, maar in onze hoofden leeft hij voort.
Bijzonder ook dat ik tijdens deze camino een gezellige avond had met Leo Jacobs en zijn vrouw Tine. Leo was een goede vriend van Jeroen.
Spirituele avond
Gisteren in het klooster van Santa Mario de Sobrado naar de Vespers geweest. Volgens velen een inspirerend gebeuren maar mij kon het niet bekoren. Een monnik had slaap, een andere jeuk en een andere was verkouden. Dat kan iedereen natuurlijk gebeuren, maar hij snoot veelvuldig zijn neus en deed geen enkele moeite dit een discreet gebeuren te laten zijn. Dwars door geestelijke liederen toeterde hij er lustig op los alsof hij niet met iets heiligs bezig was, maar met het doen van de afwas of het schillen van aardappelen.Ik kreeg er in ieder geval geen aandrang van om ook in het klooster te treden.
Ik volgde de gapende monnik en moest ook moeite doen wakker te blijven.
Daar ik toch wel moe was (wel opgeknapt van mijn ziekte maar het uithoudingsvermogen volgt wat later zoals een volger schreef) besloot ik maar in de ongezellige bar aan de overkant te eten. De serveerster besteedde haar tijd nuttig door intussen de vloer te doen (met veel chloor) en de ramen met veel spiritus, dus zo werd het toch nog een spirituele avond.
Krakkemikkig bed
In de albergue van het klooster had ik een gezellig hoekje voor mezelf gemaakt. Ik wilde juist naar bed toen een vriendelijk Spaans meisje me kwam vragen of de gastenpater niet gezegd had dat je dit bed niet moest gebruiken omdat de lattenbodem was gebroken.
Ik overwoog nog even om er toch maar op te gaan liggen maar ik moest denken aan de herberg in Mussidan waar ik dat ook gedaan had en midden in de nacht onder grote hilariteit van Aude en Christophe alsnog met veel lawaai op de grond was beland. En om nu de risee te worden van een volle herberg.
Er waren echter alleen nog lege bovenbedden en dat gaf wel een probleem. Mijn achillespezen zitten na een periode van rust 'op slot' en het lukt me nauwelijks het laddertje naar boven te beklimmen.
En aangezien ik er 's nachts nog wel eens uit moet om te plassen...
Enfin: het werd geen leuke nacht. Naar beneden ging nog wel, maar voor het weer terugkeren moest ik me afzetten waardoor het andere zijde van het bed even los van de grond kwam. Ik vreesde al achterover te vallen met een stapelbed bovenop me. Dat werd me gelukkig bespaard,
Het klooster is schitterend, maar prettige herinneringen bewaar ik niet aan Sobrado.
|
Nu is het nog een intiem hoekje met een gezellig bed |
Vanochtend begon men al om half 7 met zakjes te knisperen in het halfduister. Gelukkig was er iemand zo bijdehand gewoon het licht aan te doen tot ergernis van enkelen die door wilden slapen.
Ik maakte er dankbaar gebruik van en stond om kwart over 7 al buiten (het blijft donker tot kwart over 8).
|
Ik stond al vroeg weer butien |
|
Afscheid van Sobrado dos Monxes |
|
De dagelijkse ochtendstemming |
|
Met Nederlands zaad |
Ik was een van de eersten op pad en werd gedurende de dag ingehaald door de rest. Ik begrijp nu ook waarom ik altijd de laatste pelgrim ben die arriveert. Toen ik bij een 12e eeuws kerkje op een bankje een bocadillo at kwamen er diverse pelgrims voorbij die gewoon doorliepen en het kerkje geen blik waardig keurden.
|
12e eeuws kerkje van Santa Maria de Sendelle |
Veel is er verder niet over te vertellen. Voldoende bars maar ook veel asfalt. Mooie gelegenheid om de reis eens te overdenken.
Ik heb ook besloten dat het mooi geweest is zo. Ik loop niet meer door naar Fisterra of Muxia. Ten eerste heb ik dat traject al eens te voet afgelegd en ten tweede wil ik Annemieke die plaatsen volgende week laten zien en dan is het niet leuk dat ik daar die week al geweest ben.
|
Veel asfalt vandaag |
In Arzua een half uurtje op het terras van mijn stamcafé Ultreia gezeten en me verbaasd over de massa's pelgrims die daar voorbij kwamen (Arzua ligt aan de Camino Francés).
Ook Jeff en Carol kwamen voorbij (ik ontmoette ze zondag jl. bij de zelfbedieningsbar tussen Castroverde en Lugo. Ik sprak ze aan bij hun voornamen en ze schaamden zich dat ze mijn naam niet meer wisten. Nadat we afscheid genomen hadden riep Jeff me nog even terug en wenste me een buen camino voor de rest van mijn leven. Een mooie wens. Laat de rest van mijn leven als een camino zijn.
|
Mijn stamcafé in Arzua |
Ik had eigenlijk thuis al bedacht dat ik het traject Arzua - Lavacolla niet zou lopen. In 2012 liep ik de Camino Francés samen met mijn pelgrimsbroeder Gerrit. Ik werd in Arzua ziek en leerde het busbedrijf van de gebroeders Freire kennen.
Een jaar later liep ik het traject alsnog als boetedoening. En inderdaad was het zwaar. Veel langs de N634 en aan het eind een flinke klim naar het vliegveld van Santiago (Lavacolla) waar je eindeloos omheen moet lopen.
|
Display van de gebroeders Friere |
Ik heb daarom mijn intrek genomen in mijn vaste hotel San Paio in Lavacolla. Van hier is het nog een kleine drie uur lopen naar de kathedraal zodat ik daar in de morgen aankom en de stad (en ik) nog fris zijn.
Dus morgen de laatste aflevering van deze blog.
Dan geen dagelijkse belevenissen meer, maar ik wil proberen om elke dag een column te maken.