zondag 21 juni 2015

De eerste gele pijl

Vanmorgen half zes opgestaan om den blog bij te werken, 7 uur ontbijt en half 8 weer aan de wandel.
Ik laat de pelgrimswegen even voor wat ze zijn en volg de route van de Blauwe Tram tot in Den Haag. Loop langs gebouwen die ik ken van notuleerklussen.  


Regenachtig Den Haag (nabij het Spui)

Na Den Haag is het een hoog jaagpadgehalte. De Vliet is een lieflijk watertje, maar wat een lelijkheid heeft men aan weerszijden opgetrokken. Een kantoorgebouw heet zelfs de Trekvliet Tower.

Jaagpad met zicht op Den Haag

Gelukkig weet Kobus het met een leuk rijmpje nog wat op te fleuren. Behalve rijmen kan hij ook koken, zo blijkt uit de prima lunch die hij serveert.




Verder maar weer steeds verder. Ultreia y suseia, al valt dat niet mee. Dit keer niet de fout gemaakt zonder te trainen op stap te gaan. Wel de fout gemaakt zonder rugzak te oefenen. Gisteren al veel pijn, vanmiddag is het erger. Net als gisteren lekker een uur koffiepauze genomen, ondertussen onze apostel op mijn blote knieen dankend dat ik alleen op weg ben. Wil je een uur koffiepauze dan neem je een uur koffiepauze. En dat allemaal zonder overleg. Na zo'n pauze gaat het weer een stuk beter met de rug.
Heel verstandig ook vond dokter Jos die gisteren mee aan tafel zat. Het is de lange rugspier, kan geen kwaad en rust doet wonderen, aldus Jos.
Vanmiddag in Delft ging het echt niet meer. Bij elke stap joegen helse pijnscheuten door mijn rug. Maar op het bankje van de jonge vaders Joost en Bram aan de Buitenwatersloot mocht ik even uitrusten. Af en toe even gaan zitten en dan gaat het weer, nogmaals onze Jacob dankend dat er niemand is die me opjaagt.


Even de rug rust gunnen

Bij Den Hoorn zie ik ineens de eerste gele pijl. Een hele geruststelling, ik ben op de goede weg naar Santiago de Compostela.
De 75-jarige Duitser Gunther maakt een foto van me. Hij is wetenschapper, maar wel een heel bijzondere wetenschapper: parapsychologie. We gaan niet naar de hemel of de hel, maar beide. Eerst een tijdje in de een, dan moet je daar weer uit, naar de ander. En dat steeds maar weer. En voor ons leven, liepen we ook al op aarde rond. Misschien hebben de Duitser en ik elkaar al eens in Santiago ontmoet, suggereert Gunther.
Het zal toch niet waar zijn, denk ik. Ben je straks dat hele eind naar Santiago gestapt,en aan het eind wint er een Duitser.

De eerste gele pijl

Maat gelukkig, daar is de voormalige Jacobskerk van Schipluiden, met daarnaast de pelgrimsherberg. Pelgrim Patrick uit Schipluiden inviteert met op een diner met drank, We kenden elkaar van tevoren helemaal niet, maar hij had in Ultreia gelezen dat ik op pad ging en me spontaan uitgenodigd.
Vroeger zou ik beleefd  daarvoor bedankt hebben, maar als pelgrim moet je leren in dank te aanvaarden wat je onderweg wordt aangeboden. Het is een van de lessen die de camino me leert: we zijn al te snel geneigd te zeggen: heel vriendelijk van u, maar nee dank u. Geef ook de ander de gelegenheid iets terug te doen voor alle hartelijkheid die hij zelf op zijn weg mocht ondervinden.
Patrick is verleden jaar van Schipluiden naar Santiago gestapt. In 90 dagen! Maar zo relativeert hij zijn prestatie: ik hoefde niet eerst van Alkmaar naar Schipluiden. Scheelt toch weer vier dagen.


Voormalige Jacobskerk op buitenplaats Op Hodenpijl

Pelgrim Patrick inviteert me op een avondmaal (met kaasplankje)

Pelgrimsherberg Op Hodenpijl

De slaapzolder

Avondrust langs De Vaart 

2 opmerkingen:

  1. Het wordt al een vast gegeven, 's morgens de computer opstarten en naar je blog kijken. Ik geniet nu al van je verhalen! Succes met de rug, rustig aan.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Andre, dat bankje aan de Buitenwatersloot (zo het het daar) staat voor het huisje waar mijn grootmoeder is gebeuren. Ik schiet dus altijd weer vol als ik aan de Buitenwatersloot denk. groet, Bram.

    BeantwoordenVerwijderen