vrijdag 25 september 2015

Ik wil wat zeggen maar ik ben veel te moe

A Fonsagrada - Cadavo Baleira 24 km


Valt het je op dat de zon feller schijnt 
als de rook om je hoofd is verdwenen. 
Valt het je op dat de wind harder waait 
als je hem tegen hebt in plaats van mee. 
't Is koeler in huis dan aan zee 
als de rook om je hoofd is verdwenen. 


Je wilt wel wat zeggen maar je bent veel te moe
want je moet langs de trap naar beneden

 Boudewijn de Groot


Om twee reden is het lied van de dag toepasselijk. Nu het herfst wordt zijn de dalen 's ochtends ingepakt in een dikke deken van mist die slechts langzaam oplost. Geen rook, maar mist, maar toch.
Als de mist is verdwenen schijnt de zon inderdaad fel.
En aan het eind van de middag wilde ik nog wel wat zeggen, maar ik was veel te moe.


Als ik om 8 uur 's morgens vertrek is het juist licht. Ik zie Javier voor me uit lopen en onwillekeurig houd ik wat in. Het is een aardige man, maar ook erg druk en daar heb ik 's morgens vroeg niet zo'n zin in.
Ik maak een kleine omweg naar de albergue waar de aangeschoten pastoor me 16 jaar geleden naar toe bracht. Ik heb de foto ervan heel wat keren vertoond in de lezingen die ik over mijn eerste camino heb gehouden en ik zie dan ook meteen dat de herberg een nieuw kleurtje heeft gekregen, fris geel in plaats van dat iele wit.
Ik loop even door de tuin waarin ik 16 jaar geleden tevreden een sigaar rookte en de buren minzaam groette. Destijds veranderde  ik binnen een half uur van dakloze naar trotse bewoner van een huis.
Herberg met nieuw kleurtje
Onderweg kom ik Aaron, de vrolijke Taiwanees weer tegen. Een erg aardige jongen maar door zijn gebrekkige Engels blijft de conversatie moeizaam. Hij drijft samen met zijn vriendin een coffeeshop (waar ze in tegenstelling tot Amsterdam alleen maar koffie schenken). 
Hij vraagt waar ik in Holland woon, want Holland kent hij wel. Veer plaatsnamen eindigen daar op dam, weet Aaron. Amsterdam, Rotterdam, Volendam. 
Ilpendam, vul ik aan, maar dat kende hij nog niet.
Op een gegeven moment kan ik hem niet meer volgen als hij vertelt dat ze in Taiwan 13 uur per dag lopen. Pas als ik weer alleen loop, besef ik dat hij wilde zeggen: we work....Maar dat hij zei: we wolk, wat ik weer verstond als we walk. Lost in translation. 

Aaron: we wolk 13 hours a day
Bij de resten van de pelgrimsherberg Real Hospital de Santiago de Montoute tref ik Javier weer. Hij vertelt veel over de architectuur en de inrichting. Er zijn stenen bankjes gemaakt waar midden op de dag precies het zonlicht op viel zodat de zieke pelgrims daar konden aansterken.

Real Hospital de Santiago de Montoute
Hier konden zieke pelgrims aansterken




Javier vertelt verder dat je beter niet kunt zeggen dat de Camino Primitivo een camino duro (een zware camino) maar un camino fuerte.
Javier heeft zijn hielen nog niet gelicht of er komt een boer aan. Hij zag mijn rugzak staan en dacht dat er een pelgrim in de kapel was gaan slapen. We maken een praatje waarin de boer zegt dat de camino Primitivo un camino duro is. 

In het bos heeft iemand een bar ingericht. Ik tref er Monique en Christian (het Franse niet met elkaar getrouwde stel van het schuurke), twee Italiaanse dames (Ana en Juliana ) en Javier.
Javier vraagt de uitbater of hij soms uit Argentinie komt vanwege zijn accent. Antonio reageert als door een wesp gestoken. Ja, maar hij woont al langer in Spanje dan hij in Argentinie heeft gewoond.
Om het goed te maken vertel ik dat onze koningin uit Argentinie komt. Ja Maxima kent hij wel en haar vader uit het Videla regime ook. 

Ik besluit maar met Javier verder te lopen. Er komen nog zware beklimmingen en met wat aanspraak ben je minder met de zwaarte van het traject bezig.
Javier is een aardige man, heeft humor en weet ontzettend veel, vooral over schilderkunst en architectuur. Die kennis wil hij ook graag spuien. En ook biologie is hem niet vreemd. Elk plantje krijgt een naam en uitleg.
Op een gegeven moment word ik hier toch wel erg moe van. Geen seconde staat zijn mond stil.
Ook als ik niets meer terug zeg gaat hij door. 
Dit brengt me op iets anders. Van diverse volgers kreeg ik al eens een e-mail dat het ze was opgevallen dat ik me vooral in vrouwelijk gezelschap ophield. Ik weet nu ook weer waarom.
Ik wil niet generaliseren, maar veel mannen zijn in hun conversatie toch op zenden gericht. Dat wil zeggen: veel informatie spuien zonder zich af te vragen of de toehoorder daar wel op zit te wachten.
Ik heb het meegemaakt met de Catalaan in het Baskenland (met zijn broer die hetzelfde traject op de fiets aflegde) en nu weer met Javier. Er komt geen eind aan de informatie waardoor je op een gegeven moment niets meer opneemt. Het enige is dat Javier wel humor heeft zodat er af en toe iets te lachen is (dat dan weer wel).
Soms wil je ook wel eens gewoon een stukje lopen en een mooi kerkje een mooi kerkje laten zonder overspoeld te worden met allerlei architectonische details.
Zelfs over geraniums (die in het Spaans ook geraniums blijken te heten, tenminste zo klinkt het), weet Javier allerlei wetenswaardigheden.
Ik bewaar prettige herinneringen aan de mannen die ik op deze camino heb ontmoet: Bert uit Amersfoort, Maurizio zonder geld maar met veel levenswijsheid, Christophe die me af en toe nog een sms stuurt en de Duitse Gerhard. Maar veel mannen zijn toch vooral bezig met zenden en niet met ontvangen. 

Javier zit nog niet achter de geraniums

Om ook maar eens iets te berde te brengen vraag ik of windmolens om elektriciteit op te wekken Molinos de vientos heten. In het Frans zijn het namelijk geen moulins de vent, maar éoliennes.
Javier weet dat niet, maar vervolgens krijg ik een hele uitleg hoe de dynamos van die molens werken.
Heten windmolens in het Spaans Molinos de Vientos?
In theorie is de etappe gemakkelijker dan die van gisteren, maar op de een of andere manier valt het in de praktijk erg tegen. Om kwart voor 5 moet er nog 7 km afgelegd worden.
We drinken wat in een bar. volgens Javier zullen we om 6 uur arriveren, maar die mededeling wekt mijn ergernis op. Er komt nog een zware klim en dan leg je nog geen 4 km per uur af.
We gaan op weg, want zo weet ik nog uit te brengen:
si no vamos
no llegamos

Na een uur wil Javier weer wat drinken in een bar. Ik stel voor door te lopen, maar Javier staat erop. "Duurt maar twee minuten".
Javier gaat maar door. Ieder kerkje en plantje krijgt weer een uitleg. Ik wil (net als in dat liedje) nog wel wat zeggen maar ik ben vee te moe.
Na 18.00 wil ik eigenlijk niet meer lopen, maar we zijn er nog lang niet. Als Javier om 19.00 weer gaat zitten om iets te drinken, ben ik het moe en vertel dat ik doorloop. Om 19.30 uur kom ik in het pension van Maria Carmen aan. Javier verschijnt na 20 minuten.
Ben te moe voor mijn weblog en besluit morgen een halve rustdag te nemen. 

Als toemaatje een exemplaar uit het toekomstig artikel in de Jacobsstaf: Katten op de camino. 







1 opmerking:

  1. Hallo André,
    Wat een prachtige tocht! Ik heb genoten van je foto's.
    Ik weet niet wat je plan is na Lugo, maar ik wil je voorstellen via Friol naar Sobrado dos Monxes te gaan. Daar pak je dan de Norte weer op die bij Arzua overgaat in de Francés (De Primitivo gaat al bij Melide over in de Francés).
    Het mooie van deze overstap is dat je dan langs Bóveda de Mera gaat (13 km van Lugo). Daar is een zeer bijzondere tempel gevonden, gesitueerd onder de kerk van het dorp (aan de LU-P 2903). Mis dit niet, vraag in Lugo informatie en neem desnoods een taxi naar Bóveda (je moet voor 14 uur daar zijn)! Van Bóveda de Mera naar Friol is het vervolgens 14 km.
    Sobrado dos Monxes is een bijzonder klooster, een mooie gelegenheid om met de monniken de vesper en 's ochtends voor vertrek de lauden te vieren.
    Weer genoeg te kiezen, nog een week te gaan, ultreia et suseia, Jaap MDD

    BeantwoordenVerwijderen