dinsdag 8 september 2015

Als ik echt wanhopig ben, kom ik bij je terug

Santander - Camplengo 35 km (maandag)
Camplengo - Comillas 27 km (dinsdag)


Altijd als we samen waren hadden we plezier
stierenvechter spelen en mijn opa was de stier

Uit: ja zuster, nee zuster



Over de dag van gisteren is niet zo veel te vertellen dus in die zin is het niet zo erg dat er geen wifi in de herberg was.
Onderstaande foto geeft het wel aardig weer. Door een rommelig binnenland met veel industrie.
Wel netjes tussen Boo de Pielagos en Mogro de trein genomen en niet over de spoorbrug gelopen zoals de meeste pelgrims doen (dan spaar je een omweg van 6 km uit). Ten eerste is het verboden en als iets verboden is,  moet je het niet doen zou mijn Annemieke zeggen. Ten tweede is het niet zonder gevaar want als er een trein aankomt heb je niet veel ruimte.
De Spaanse hospitalero in Guemes (die in het dagelijks leven in de gevangenis van Santona werkt) had het nog zo uitgelegd. A;s je geen kaartje hebt, kom je in de gevangenis. Maar: no pasa nada, want in de gevangenis werk ik.
Ik heb inmiddels begrepen dat de spoorwegen pelgrims zonder kaartje in dat stukje (het is nog geen 5 minuten) oogluikend toestaan. Ze hebben liever zwartrijdende pelgrims in de trein dan op de spoorbrug.
Verder was het een eenzame dag, geen enkele andere pelgrim ontmoet (waar zijn al die Duitsers toch gebleven?). Als lied van de dag zou je bijna Ik voel me zo verdomd alleen kiezen.

Industrielandschap op maandag

Mijn einddoel was de herberg van Requejada, maar die was gesloten wegens  bedwantsen. Toch een serieus probleem. Moet ik in de volgende druk van Praktisch pelgrimeren maar eens aandacht aan besteden.
Dan maar verder naar de privé herberg Arco Iris in Camplengo. Een bijzonder vreemd gebeuren. Een soort kruising tussen wat ze in Frankrijk zouden noemen een APD (accueil pelerins a domicile) en een herberg. Je zat in de huiskamer waar aangrenzend twee kamers met stapelbedden waren en een soort douche- en wc-ruimte. Een oude man schreef mij in en toen hij mijn paspoort zag, riep hij trots dat hij een jaar jonger was dan ik (ahum...).
In de hoek zat een dementerende man ons voortdurend aan te kijken.
Enfin, het eten was prima en het was gezellig met nog vier pelgrims. Twee Deense verpleegsters en twee Duitse jongens. Een ervan (Felix) herkende mij nog van het terras van de herberg in Guemes.

Diner met Lukas, Felix, Bente en Ulla terwijl dementerende man toekijkt

Vandaag in de pelgrimsherberg lag iedereen om kwart over zeven nog op één oor, dus maar eens het goede voorbeeld gegeven en opgestaan.
Om 8 uur loop ik al door Santilla de Mar, een stadje dat al voor de tiende eeuw schijnt te hebben bestaan. Veel huizen zijn goed bewaard gebleven. Het is nog stil, maar op mij wekt het toch de indruk dat je op moet passen hier later op de dag niet in een toeristenval te trappen.

Vroeg in Santilla del Mar

Onderweg maak ik kennis met een Canadees/Spaans koppel met een hond (zij heet Sandra, maar hoe de hond en hij heette kon ik ook na enkele herhalingen niet verstaan).
Ik vertel ze over het verschil tussen de pelgrims in Frankrijk en Spanje. In Frankrijk zorgden we voor elkaar, hier is het ieder voor zich. Ze beamen dit. Ik ben de eerste pelgrim die ze spontaan aanspreekt.


Er voegt zich een Duitse herder bij ons die ons wel erg gezellig vindt. Ik zie al wat er gaat gebeuren, die raken we dus niet meer kwijt. Een paar kilometer later, krijgt het koppel dit ook door. Wat nu?
De oplossing van het probleem is snel daar. De eigenaar van de hond komt ons achterna. De herder wil echter niet in de auto. Dan maar aan de lijn.

Laat jij even de hond uit?

Maar dan opeens zie ik  mijn enige echte vriend op de camino: Iago. Het weerzien met zijn bazin Christina is hartelijk, we hebben elkaar al een paar dagen niet gezien
Iago speelt met een tak

En dan komt er nog een vriendin die ik al sinds zondagmorgen niet meer heb gezien: Pia. Ik vraag waar ze de laatste dagen is geweest. Na haar antwoord voegt ze er meteen aan toe dat ze alleen wil lopen. Nu hoef je mij de genoegens van het solo lopen niet uit te leggen, maar dat kun je ook op een iets later moment zeggen. Tact is niet de sterkste eigenschap van Pia.

Pia: ik loop graag alleen

Even later tref ik haar als ze een broodje eet met Hans. die vertelt dat hij een Duitser is die in Maastricht woont. Maar ik ken dat verhaal. Ik moet even denken, maar dan weet ik het weer. Ik ontmoette hem verleden week woensdag even kort in een bar in Portugalete.
Pia biedt me een broodje aan. Haar tactloze optreden van eerder is meteen vergeven. Misschien moet ik niet zo snel oordelen?
Pia met Hans

Rond het middag uur bereik ik Cobreces. Diverse pelgrims blijven hier in het klooster slapen, maar ik wil graag nog 10 km verder naar Comillas.
De route gaat over het strand van Luanes. Ik zie dat Pia vlak achter me loopt.

Het strand van Luanes

Ik moet nodig, maar als iets verboden is, moet je het niet doen

In Comillas is de herberg vol: completissimo. Ik neem mijn intrek in een hostal met een vriendelijke eigenaar die vraagt of ik soms familie ben van Johan Brouwer die over de Spaanse burgeroorlog schreef. Neel, helaas. ik ben maar een simpele schrijven van Praktisch Pelgrimeren.

Hostal in Comillas

Als ik al een uur op het terras zit, komt ineens Pia langs. Het is inmiddels 6 uur. Ik vertel dat de herberg vol is en bied haar aan mijn kamer te delen. Het is een ruim vertrek met twee aparte bedden dus ze kan op haar eigen bed zoveel rommel maken als ze wil. Bovendien: we hebben in Guemes samen met Jetta al een kamer gedeeld. En als man van middelbare leeftijd ben ik niet uit op escapades met een meisje van 24. Ik heb genoeg aan twee meisjes op het strand.
Voor de niet-pelgrims onder de volgers komt dit misschien wat vreemd over: een kamer delen met een jong meisje, maar als pelgrims onder elkaar hebben we geleerd elkaar te helpen, elkaar te vertrouwen en dat vertrouwen niet te beschamen.
En voor de pelgrims onder ons die tevens lid zijn van ons Genootschap: in de volgende Jacobsstaf schrijft Bram van der Wees hier enkele mooie woorden over.
Voor Pia is dat allemaal nog niet zo vanzelfsprekend. Ze wil eerst naar de herberg om te vragen of ze soms op de grond of buiten mag slapen. When I am desperate, I come back to you.

Tja, tact is niet de sterkste eigenschap van Pia.


Twee meisjes op het strand van Luanes

6 opmerkingen:

  1. Toch wel bijzonder de verschillen tussen pelgrims in Frankrijk en in Spanje. Hoe zou dat toch komen?

    Abrazo!
    Saskia

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Vandaag in Bram's Boekenhoekje:

    Johanna de Waanzinnige van Dr. Johan Brouwer. 1e druk, 1940.
    Ik heb hier de 7e druk staan, uit 1977, Dat geeft direct aan dat de auteur doorwrochte werken kon schrijven met een lange levensduur. Johan Brouwer (1898-1943) was niet alleen een wetenschapsmens, hij was tegelijkertijd een zeer uitzonderlijke persoonlijkheid, moedig en strijdbaar. Ten tijde van de Duitse bezetting speelde hij een rol in het studentenverzet. Zijn houding tegenover de bezetter werd hem noodlottig: in 1943 werd hij in verband met de aanslag op het Amsterdamse Bevolkingsregister geëxecuteerd.
    De ondertitel van zijn boek Johanna de Waanzinnige luidt: Een tragisch leven in een bewogen tijd.
    Dit zal wel nooit de ondertitel van Praktisch Pelgrimeren worden, dunkt mij.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. nee, dat denk ik ook niet, maar een zevende druk moet er toch wel in zitten.

      Verwijderen
    2. Wat vind je van: Een bewogen leven in een tragische tijd?

      Verwijderen
    3. Dr Johan Brouwer was lector Spaans aan de UvA. Hij promoveerde in 1931 op 'De psychologie der Spaansche mystiek'. Een aardig thema voor de hedendaagse pelgrim.

      Verwijderen
  3. Ik ken je een beetje en zou me geen zorgen maken over overnachten in een gezamenlijke kamer, maar een meisje dat je niet kent is wellicht voorzichter. Je weet niet of zij vervelende ervaringen met anderen heeft gehad. Waarschijnlijk wel, want ten zuiden van België word je als vrouw alleen veel lastiggevallen op straat, is mijn ervaring. Dit meisje heeft tijd nodig om vertrouwen op te bouwen in mede-pelgrims.
    Hartelijke groet,
    Irene

    BeantwoordenVerwijderen