zondag 26 juli 2015

Knutselen op de feestdag van Sint Jacob

Een eigen huis
een plek onder de zon
en altijd iemand in de buurt die van me houden kon

René Froger


Een eigen huis, een plek onder de zon

zaterdag 25 juli Le Chemin – Pazy 19 km
zondag 26 juli Pazy - Cervenon (Prémery) 31 km

Zaterdag 25 juli

Het duurt even voor ik met mijn nieuwe vrienden bij Arno en Huberta kan vertrekken, maar om 11 uur is het dan toch zover. Na 500 meter worden we aangehouden door de demente buurman die beweert dat je in drie dagen naar Santiago kan lopen, vervolgens loopt er een wiel van het karretje van Maurizio.
Maurizio heeft van Arno de wielen van zijn steekwagen gekregen en wil die graag onder zijn eigen bagagewagentje laten lassen. De smid beneden in het dorp is echter niet thuis, dus we gaan verder.
Maurizio vraagt me wat een lasapparaat in het Frans is. Vervolgens schiet hij iemand op straat aan met de vraag of hij een lasapparaat heeft. Dat blijkt niet zo te zijn. Nee, natuurlijk niet, denk ik wie heeft er nu zo maar een lasapparaat? Maar bij de tweede is het al raak. Jean Michel haalt zijn zoon erbij die een vakkundig lasser is.

heeft u toevallig een lasapparaat?

Vakkundig wordt een nieuw onderstel gelast
Ik vertel Jean Michel dat het vandaag de feestdag van Sint Jacob is. Dat moet gevierd worden vindt Jean Michel want zijn overleden vader heette ook Jacques. Hij ontkurkt een fles Champagne. Laten we drinken op Sint Jacob en de herinnering aan uw vader, zeg ik. Het ontroert hem zichtbaar.Na drie kwartier klussen is het werk gedaan. Ik krijg van Jean Michel zijn adres. Of ik hem een kaartje wil sturen uit Santiago en voor hem wil bidden want hij heeft veel pijn. Dat ga ik zeker doen.

Jean Michel trekt een fles Champagne voor ons open
Een zondagse steek houdt geen week, zei mijn moeder vroeger. Blijkbaar geldt dat ook voor werk op de feestdag van onze apostel. Rond 6 uur 's middag klinkt er ineens een luide knal. Een klapband. De buitenband is geheel aan flarden, repareren is zinloos moet zelfs Maurizio erkennen.


Klapband

De oude wielen moeten er weer onder, maar die passen nu niet meer. Opgewekt gaat Maurizio naar een huis. Ik zie het wat meewarig aan. Denkt hij nu dat daar een mekanieker woont die zijn wielen kan bijslijpen?
Die woont er inderdaad ook niet, maar hij heeft wel het adres van de glazenier in Pazy die ook heel handig schijnt te zijn. Ik ben nog steeds wat sceptisch. Het is inmiddels zaterdagavond 7 uur. Vind je dan nog een vakman?
De oude wielen moeten er nu onder om voorlopig in Pazy te geraken. Met eindeloos geduld maakt Maurizio met de campinggasbrander de as heet en plaatst daar steeds het wiel op zodat er wat van het rubber smelt.

Christina heeft inmiddels mijn overhemd genaaid. Er zat een groot gat in mijn mouw, maar er bleken nog veel meer zwakke plekken te zijn. Ik ben dus met een sleets overhemd van huis gegaan.


Christina naait mijn overhemd

Emil is inderdaad een handig mannetje. Van zijn vrouw Charlotte mogen we wel in de tuin kamperen. Ze leent ons wat borden.


Charlotte en Emil
Manon slaapt bij Maurizio en Chtistina in de tent. Ik bouw met een dekzeil een eigen huis op de schommel van de kinderen.

Onder het eten vraag ik Maurizio waarom hij ook bij ernstige problemen zo vrolijk blijft. 
Er zijn geen ernstige problemen, antwoordt hij. Ja, ziekte en gezondheid, dat kunnen erge problemen zijn, maar alle andere doen er eigenlijk niet toe.

Er is nog iets anders dat ik kwijt moet. Ik heb me voorgenomen deze tocht alleen te lopen. Mocht ik mensen tegenkomen met wie het klikt, dat blijf ik maximaal drie dagen bij ze. Zoals mijn moeder al zei: visite en vis blijven drie dagen fris.
Ze begrijpen het.
Respeto, zegt Maurizio alleen maar. 

Zondag 26 juli Pazy - Cervernon (Prémery) 31 km

Slecht geslapen vannacht. Ik had het koud, een ervaring die ik na al die weken hitte waarin het 's nachts ook niet afkoelde al helemaal vergeten was.
Midden in de nacht word ik wakker. 
Maurizio en Christina hebben een jack voor me over de stoel gehangen. Ik had het eerst afgewezen, maar trek het nu dankbaar aan. Het gaat nu wat beter,

Maurizio is al om 6 uur op. Blijkbaar wil hij zijn late start van gisteren goedmaken.
Ik ga naar de badkamer, het buitenkraantje van Charlotte en Emil. Charlotte heeft er een stuk zeep bij gelegd.
Ik laat een bedankje achter in de vorm van de pelgrimswens die we in de basiliek van Vézelay hebben gekregen met onze namen erop.

Maurizio leurt al de hele tijd met twee motorjacks die hij onderweg wil verkopen. Ook hier kijk ik wat meewarig naar. Het zijn dure jacks in een gelimiteerde editie, maar vooral zwaar. Als hij eens wat minder gewicht mee zou nemen dan zou dat karretje het ook een stuk makkelijker hebben.

Onderweg lukt het hem nog bijna. Een man die enthousiast over zijn ezels vertelt wil er wel een voor zijn zoon. Het ziet er even serieus naar uit dat Maurizio twee motorjacks tegen een ezel ruilt. Handiger dan een karretje. Gelukkig weet Manon hem hiervan af te houden.


Ontmoeting met ezel Erica


Gilles wil wel een ezel tegen twee motorjacks ruilen, Manon weet hem hiervan af te houde
's Middags gaat het regenen. Maurizio en Christina hebben er flink de pas in. Ik moet moeite doen ze bij te houden.


Christina en Maurizio hebben er flink de pas in
De camping ligt aan het begin van Premery. Manon vraagt of ik meega, er is vast nog wel een stacaravan. Ik moet nu een besluit nemen. Als ik meega en hier vannacht slaap, is er morgen geen natuurlijk moment afscheid te nemen en loop ik weer een dag met ze. Dat is geen straf, maar ik zou maximaal drie dagen met anderen lopen. Dus nu even flink zijn.
We omhelzen elkaar. Ik wil Maurizio vertellen dat ik veel van zijn optimisme geleerd heb, maar ik schiet vol en kan alleen maar huilen. Met tranen in de ogen loop ik weg. Christina zwaait me na.

In Prémery zijn alle horecagelegenheden dicht of te koop. Op een bankje in de regen bekijk ik de adressen in mijn gidsje. Ik bel ze allemaal, maar niemand neemt op. Ik moet aan Maurizio zijn optimisme denken.
Zou ik terug gaan naar de camping? Dat is ook niet echt een sterke rentree. Weer afscheid nemen?
De laatste gelegenheid neemt op. Het is wel een eind buiten het stadje, maar ik ben blij dat ik wat gevonden heb.
Het is een van alle gemakken voorziene chambres de hotes. Ik moet weer erg aan de luxe wennen.
Zelfs het kaasplankje biedt nauwelijks troost, ook al staan er katten op de placemat.


Zelfs het kaasplankje biedt geen troost







6 opmerkingen:

  1. Alors André, c'est vrai ce qu'on dit (et moi, je connais): partir, c'est mourir in peu. Ici le Rondel de l'adieu, de Edmond Haraucourt.
    Partir, c'est mourir un peu,
    C'est mourir à ce qu'on aime :
    On laisse un peu de soi-même
    En toute heure et dans tout lieu.
    C'est toujours le deuil d'un vœu,
    Le dernier vers d'un poème ;
    Partir, c'est mourir un peu.
    Et l'on part, et c'est un jeu,
    Et jusqu'à l'adieu suprême
    C'est son âme que l'on sème,
    Que l'on sème à chaque adieu...
    Partir, c'est mourir un peu.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. En morgen: een nieuwe dag met nieuwe belevenissen!

    Met pelgrimsgroet, Ineke & Jaap

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Het mooiste Nederlandse afscheidslied staat in het Antwerps Liedboek van 1544. (Souterliedeken 65):

    Ick seg adieu, wy twee wi moeten sceiden,
    tot op een nyeu; so wil ick troost verbeyden.
    Ic late bi u dat herte mijn, want waer ghi zijt, daer sal ic zijn.
    Tsi vruecht oft pijn, altoos sal ic u vry eygen zijn.

    Zie ook: www.youtube.com/watch?v=RHeejbPHFQs

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Wat een prachtige verhalen vertel je toch en wat een mooie en ook moeilijke momenten beleef je!

    Abrazo!
    Saskia

    BeantwoordenVerwijderen