Er was eens een haveloos ventje
dat vroeg om zijn moeder een broek
maar moeder verdiende geen centje
en vader was wekenlang zoek
ach moedertje geef mij geen standje
er zit in mijn broekje een scheur
de jongens op school roepen Jantje
jouw billen die zien we er deur
Zangeres zonder naam (tekst: Koos Speenhoff)
Grote scheur |
Geen scheur in mijn broek zoals Jantje, maar in mijn shirt. Het liefdevolle naaiwerk van Christina heeft geen stand gehouden, dus binnenkort zal ik dit kledingstuk ook moeten loslaten (pelgrimeren is loslaten).
Met de moeder van Jantje liep het overigens slecht af.
Toen heeft zij haar rok uitgetrokken
de enige die zij bezat
en maakte van stukken en brokken
een broek voor haar enige schat.
Moeder ging van ellende dood en pas op de begrafenis kon Jantje zijn nieuwe broek aantrekken. Ja, dat zijn nog eens teksten. Daar kunnen we bij Brouwervanteksten nog een puntje aan zuigen.
Isabelle: het geluk is de weg zelf |
Eerst woonde ze in La Coquille bij Ans en Peter op de hoek ( rue la Boetie) maar dat huisje was te klein.
Isabelle is zelf pelgrim en heeft als motto: Er is geen weg naar het geluk. Het geluk is de weg zelf.
Isabelle mag voorlopig niet pelgrimeren vanwege een ontsteking aan de achillespees.
Een waarschuwing voor mij het even rustig aan te doen?
Het landschap lijkt veel groener |
Het regent vandaag. Ik krijg daar altijd een goed humeur van, maar moet voorzichtig daarmee zijn, want veel mensen snappen dat absoluut niet.
Alles lijkt veel groener, er is veel zuurstof in de lucht en er is overal schaduw.
Ondanks de democratische temperatuur (21 graden) is de lucht nog erg vochtig en zweet ik bijna net zoveel als op een warme dag.
De route voert vandaag door boomgaarden en verlaten boerderijen.
Verlaten boerderijen |
In Sorges is een mooie kerk met een bijzondere kruisgang. De (Nederlandse) gastvrouw Henny zwaait er de scepter over de pelgrimsherberg.
Ik moet de hartelijke groeten van Sylvie en Mireille hebben. Zij waren hier gisteren.
De H. Antonius waakt over de kerk van Sorges |
Hospitalera Henny |
Vaak vragen mensen hoeveel kilometer ik al heb afgelegd en hoeveel ik nog moet. Eerlijk gezegd houd ik me daar totaal niet mee bezig. Mijn 'broer' Bas houdt de kilometers bij en geeft elke maandag de stand door. Ik keek gisteren eens op de kaart van Frankrijk en kon me niet voorstellen dat ik het was die dat hele stuk van Rocroi tot hier heeft afgelegd.
Dat geldt ook voor de rest van de reis. Ik denk er niet aan hoe ver ik nog moet. Kortom: het is net of ik aan een reis bezig ben zonder begin en zonder einde. Een reis die wat mij betreft eeuwig zou mogen duren (bij wijze van spreken dan). Of om het eens in trendy taal te formuleren: qua mindfulness ben ik best wel goed bezig.
Wat een mooi landschap! Jammer van die onherstelbare scheur, maar laat je humeur niet verpesten door het zoeken naar een nieuw shirt. Misschien kom je binnenkort in een wat grotere plaats met een paar kledingzaken. Hier is de uitverkoop begonnen, daar misschien ook.
BeantwoordenVerwijderenDe tekenen zijn duidelijk: langzaam aan, dan breekt het lijntje/peesje niet. σπεῦδε βραδέως, dan wel 'festina lente', en je komt er wel.
BeantwoordenVerwijderenOm even trendy te blijven: mindfullness en lichaamsbewustzijn vullen elkaar aan. Lichaamsbewustzijn gaat jou gaandeweg steeds beter af!
Met pelgrimsgroet, Jaap MDD.
Toch maar goed dat je geen rok draagt...
BeantwoordenVerwijderenIk wens je nog heel veel plezier, dan hebben je lezers het ook!
Hartelijke groet, Han
Jawel, met 't Broekie van Jantje hebben we het Van-der-Wees-imperium weer betreden. Mijn vader zong dit liedje namelijk altijd in de auto; wij kinderen schalden luidkeels mee. Het lied is overigens geschreven door Koos Speenhoff (1869-1945), een van onze grootste liedtekstschrijvers. Het lied was beslist bedoeld als aanklacht tegen de armoe. Van het laatste couplet moet ik nog steeds huilen:
BeantwoordenVerwijderenNou konden ze Jantje niet plagen,
Nou waren zijn billen niet bloot.
Maar voor hij zijn broekie kon dragen,
Ging moeder van narigheid dood.
Ze stierf van 't sjouwen en 't slaven,
Vervloekt en verwenst door haar man.
Toen Jantje haar mee ging begraven,
Toen had-ie zijn broekie pas an.