Het thuisfront
Lezer Van Reijsen (wij
kennen elkaar niet persoonlijk) stelde een interessante vraag. Of ik het
thuisfront niet mis?
Voor mij is het
antwoord niet zo moeilijk, maar het aan anderen uitleggen… Ik doe een poging.
Het thuisfront |
Uiteraard mis
ik mijn vriendin Annemieke (die mijn zaakjes regelt nu ik er even niet ben), de
wijze kater Max, bange poes Muis die elke keer ondergronds gaat als er iemand
aanbelt, papegaai Rocky die steevast om 9 uur ’s avonds zegt: Rocky moe, Rocky gaat slapen.
Alle zakelijke
contacten (gaat dat wel goed met jullie vergaderingen?). Alle vrienden en
kennissen.
Maar anderzijds
mis ik ze toch minder dan aanvankelijk gedacht. Ik heb lang naar deze reis
toegeleefd. Toen ik in 1999 voor het eerst naar Santiago ging was dat op de
fiets, maar destijds had ik eigenlijk al het idee, dat de ware weg te voet was.
Door allerlei
praktische zaken kwam het er nooit van dit ook daadwerkelijk te doen.
Op de fiets is
de reis te overzien. Je kunt zonder al te veel moeite 80 km per dag rijden en
als je dat vier weken lang volhoudt, ben je in Santiago. Te voet duurt het 3 a
4 keer zo lang.
Veel mensen
vragen mij onderweg of ik al met pensioen ben. Dat is (gelukkig) niet zo. Ik
werk voor eigen rekening en doe dat graag, maar heb om dat werk ook vast te
houden veel moeten regelen. Sommige zaken heb ik even opgeschort. Mijn klanten
begrepen wel dat deze tocht belangrijk voor mij was (dank daarvoor). Voor
sommige zaken heb ik een invaller gezocht (bedankt Paul voor het maken van de
elektronische nieuwsbrief Ultreia, bedankt Bram dat je het hoofdredacteurschap
van de Jacobsstaf nog een nummer extra wilde uitoefenen).
Dit alles
betekent ook dat deze reis (voorlopig) eenmalig is. Ik heb ook veel van
voorgaande tochten geleerd. Toen ik de eerste keer per fiets ging, had ik in
Noord-Frankrijk al een moeilijk moment. Het was nog zo’n eind naar Santiago.
Waar was ik aan begonnen? Inmiddels heb ik geleerd dit soort gedachten
achterwege te laten.
Toen ik op 5
juli jl. de Franse grens overschreed, wist ik al dat Frankrijk een enorm stuk
land was. En dat klopt, want het is nu 22 augustus en ondanks het feit dat ik
aardig doorgelopen heb, ben ik nog
steeds in Frankrijk.
Maar zulke
gedachten moet je achterwege laten anders wordt het een karwei, een soort
aangenomen werk, in plaats van met iets bezig te zijn wat je erg graag doet.
En al lijkt het
nu nog een eind. Er komt een tijd dat de tocht verleden tijd is. Voor je het
weet zeg je: weet je nog dat ik verleden jaar om deze tijd naar Santiago
vertrok? En voor je het weet zeg je: die reis naar Santiago, is dat al weer
drie jaar geleden?
Ik heb me
daarom voorgenomen elk moment van deze reis bewust mee te maken. De leuke
dingen, maar ook de momenten dat ik het moeilijk had zoals gisteren bij die
strandopgang naar St Girons.
Veel mensen vragen
me ook hoeveel kilometer ik al heb afgelegd. Ik moet eerlijk zeggen dat ik me
daar totaal niet mee bezig houdt. Mijn ‘broer’ Bas houdt dat bij en geeft me
elke maandag de stand door. Ik neem daar met interesse kennis van, maar om nu
te zeggen dat het me bezig houdt?
Hetzelfde geldt
voor de vraag hoeveel kilometer het nog is naar Santiago. Ik weet alleen dat ik
ergens begin oktober aan moet komen omdat er ook nog een leven is met werk na
de camino.
Als ik nu de
Michelin-kaart van Frankrijk bekijk, kan ik me niet voorstellen dat ik het was
die dat hele eind van Rocroi tot Les Landes gelopen heb (ok, af en toe een
stukje met trein, bus of taxi, maar nooit grote einden).
Ik weet ook
niet of ik nu al 8 of 9 weken onderweg ben. Als ik erover na ga denken, zijn
het 9 weken, maar het is geen parate kennis.
Het is ook
alsof het begin in Nederland (het bankje in Delft waar ik op rustte toen ik
last van mijn rug had) deel uitmaakt van een andere reis. Kortom: het is alsof
ik bezig ben met een reis zonder begin en zonder einde. De ‘weg’ is nu mijn
thuisfront geworden. Ik denk met plezier terug aan al de vrienden die ik
onderweg gemaakt heb. De mensen zonder geld (Maurizio en Christina), Manon uit
Quebec, Bert uit Amersfoort, Nicolette met wie ik 3 dagen prettig gelopen heb,
de praatgrage Sylvie die veel over haar mislukte huwelijk vertelde, Mireille,
een tot het christendom bekeerde moslima die in elk gastenboek behalve de
gastvrouw ook Jezus bedankte voor zijn oneindige liefde. Christophe die op
Facebook een citaat van een Franse filosoof plaatste. Aude die me haar cordon
bleu gaf toen ik niets te eten had. Babette die zich in leven houdt met capsules van de Aromatherapeut.
Alle mensen die me spontaan iets aanboden, of me op de koffie uitnodigden toen ik aanbelde voor water. Taxichauffeur Andre die me na de rit iets te drinken aanbood. Taxichauffeuse Carole die half geld voor de rit rekende (ik lijk die Deen voor half geld wel). Tja en ook die Deen aan wie ik me toch wat ergerde, mis ik op de een of andere manier.
Alle mensen die me spontaan iets aanboden, of me op de koffie uitnodigden toen ik aanbelde voor water. Taxichauffeur Andre die me na de rit iets te drinken aanbood. Taxichauffeuse Carole die half geld voor de rit rekende (ik lijk die Deen voor half geld wel). Tja en ook die Deen aan wie ik me toch wat ergerde, mis ik op de een of andere manier.
Al de mensen
die me vroegen of ik voor hen wilde bidden in Santiago, zoals Jean Michel die
op de naamdag van de apostel een fles champagne opentrok omdat zijn overleden
vader ook Jacques heette.
Ik ben nu in
Les Landes even zonder vrienden, maar ik verheug me nu al op de nieuwe vrienden
die ik zonder twijfel ga ontmoeten.
Kortom: de weg
is nu mijn thuisfront geworden. Thuis zijn de dagen redelijk voorspelbaar. Hier
pak ik elke dag opnieuw weer blijmoedig mijn rugzak in, benieuwd naar wat ik
die dag weer ga meemaken. Het doel van de reis – Santiago – is minder
belangrijk geworden dan de reis zelf.
Is dit een
antwoord op de vraag of ik het thuisfront mis?
André, dit is meer dan een antwoord. Wellicht is dit de kern van de Camino. Iedere dag begroeten als totaal nieuw. Genieten van ieder moment. Even uit de cadans van het gewone leven, waardoor het lijkt alsof het snel gaat. Ik miste echter na lang lopen de liefde van mij leven en was blij weer naar huis te gaan. (Natuurlijk na de "weg" voltooid te hebben. André ga vooral door. Groeten, Roland
BeantwoordenVerwijderenJe verhalen en belevenissen inspireren volgens mij veel mensen om te proberen meer te genieten van elke dag.
BeantwoordenVerwijderenIk probeer dat zelf bijvoorbeeld te doen door iedere werkdag onderweg op de fiets, te genieten van vogels, konijnen, de overtocht met de pont etc. Het is weliswaar maar een moment maar ik doe het iedere dag.
Abrazo!
Saskia
Wat een bijzonder verhaal André over je tocht, de drijfveer, de ontmoetingen. Het kàn niet anders of dit zal veel (toekomstige) pelgrims inspireren en motiveren. Maar ook bij velen, die al op tocht zijn geweest, heimwee oproepen. Daar ben ik er dus één van. André, heel fijn, dat je de tocht tot nu toe zó ervaart. Hoop, dat dit zo zal blijven. Alle goeds gewenst! Elly
BeantwoordenVerwijderenZo'n prachtige ontboezeming kan alleen maar beantwoord worden met een stukje Nutteloze Kennis.
BeantwoordenVerwijderenFrankrijk is georganiseerd als de tuinen van Versailles: strak en voorbeeldig. Het land (inclusief overzeese gebiedsdelen) is sinds 1972 verdeeld in 27 regio's, die elk bestaan uit enkele van de 101 departementen, die weer zijn opgedeeld in 342 arrondissementen, die samen 4.036 kantons omvatten. Elk kanton bestaat uit gemeenten, samen zijn dat er 36.680. Elke gemeente, hoe klein ook, heeft een burgemeester. Het is een gekozen functie, maar vaak een baan van een halve dag. Soms is de burgemeester een boer of schooljuffrouw, maar André kwam ook een vuilnisman tegen. De burgemeester is verantwoordelijk voor het onderdak van daklozen, dus ook van pelgrims. Oei, nu is dit plotseling toch nuttige kennis geworden.