Je zei: madame bonsoir
bestelde Café noir
ik dacht: hoe zit mijn haar?
't was voor elkaar, 't was voor elkaar
Marijke Boon
(Als je haar maar goed zit van Vulcano had ook gekund, maar dat vind ik een verschrikkelijk slechte tekst. Die komt mijn blog dus niet in).
Vandaag zit ik in een pelgrimskamer bij een camping. Ook wel eens fijn. Het is fantastisch dat mensen voor een luttel bedrag een pelgrim willen huisvesten, maar voor de pelgrim in kwestie heeft het ook wel eens nadelen. Je moet een conversatie op gang houden, ook al ben je moe en heeft de gastvrouw net verteld dat ze uit een bergdorp bij de Zwitserse grens komt en er trots op is dat ze haar accent nog altijd heeft gehouden.
En verder zijn er de geschreven en vooral ongeschreven regels. Neem nu vanmorgen. Ik sliep in een huisje op het erf, dus niets aan de hand, maar het ontbijt was in het woonhuis.
Op het afgesproken tijdstip sta ik aan de voordeur. Die is op slot en op mijn kloppen (veel Franse huizen hebben geen bel) wordt niet opengedaan. Ik loop een rondje om het huis en zie dat de achterdeur open staat. Via een lange bijkeuken kun je in de woonkeuken komen, maar op de een of andere manier voel ik dat het niet op prijs gesteld wordt als ik die ingang neem.
Ik loop verder en tref de gastheer aan de andere zijkant van het huis. Hij loopt met me mee en trekt een schuifpui open waarachter zich de ontbijttafel bevindt. Nu zul je zeggen: drie stappen doen, stoel pakken en aanschuiven. Maar nee, of ik via de voordeur binnen wil komen.
Je ziet de onzinnigheid van die vraag in, maar weet tegelijkertijd dat hierover discussieren zinloos is, dus doe je braaf war je gevraagd wordt. De voordeur is echter nog steeds op slot. Op mijn kloppen wordt niet open gedaan. Terug maar weer naar de schuifpui. Met mijn voet op de drempel (ik moet me bedwingen deze niet over de drempel te zetten) zeg ik dat de voordeur nog op slot zit.
O ja, excuses, vergeten.
We lopen terug naar de voordeur. Hij via de woonkamer en ik buitenom. Vervolgens lopen we samen door de woonkamer weer naar binnen.
Ik verbaas me over deze in mijn ogen zinloze onderneming, maar de gastheer staat met een tevreden blik achter zijn aanrecht. Dat heeft hij toch maar mooi opgelost.
De weg gaat de eerste tijd door een bos.
Er is een mogelijkheid om via een kortere weg vandaag de etappe met 2 km te bekorten, maar dan mis ik Le Chatelet en loop ik weer de ganse dag door bossen en over velden zonder iets tegen te komen. Of zoals de dichter Willem Kloos zei: een landschap is mooi, maar er moet wel iets bij te drinken zijn.
En verder zou ik wel eens naar de kapper willen. Gisteravond in de spiegel vond ik mezelf er wild uitzien. Nu hoor ik volger J.E. te V. al denken: ja gisteren heeft hij een leuke francaise ontmoet, dus vandaag ineens naar de kapper. Misschien is dat wel zo, maar voor mij is er een andere reden: gisteravond gewassen, dus vandaag heb ik een shirt aan dat voor de verandering eens naar zeep ruikt in plaats van naar zweet.
Le Chatelet lijkt eerst weer zo'n dorp zonder voorzieningen te worden, maar dan is er een pleintje met een bar Tabac. Ik ontmoet er landgenoot Georges. Hij heeft een huisje in de buurt en laat zijn familie de streek zien. Als hij hoort dat ik uit Alkmaar komt, vertelt hij dat hij uit Medemblik komt, nou ja, een dorpje in de buurt: Aartswoud.
Ik antwoord dat ik dat wel ken. Ik heb een tijd met een bibliobus door Noord-Holland gereden en dan stond ik daar voor de firma Van de Bel. En dan kwam er altijd een vrouw die eerst haar flessen in de glasbak gooide en dan de bibliobus binnenkwam. Als ik het glasgerinkel hoorde dacht ik altijd: Ah, mevrouw Van de Bel.
Georges is stomverbaasd: maar dat is mijn bedrijf. En die vrouw was tante Lies.
Als hij weggaat rekent hij ook mijn koffie en cola af.
Op naar de kapper. Kapster Nathalie heeft geen tijd vandaag. Van mijn landgenoten weet ik dat er verderop nog een kapster is. Die heeft wel tijd, maar pas om 12.00 uur. Ik kijk op mijn horloge: half 11. Misschien wel goed het vandaag eens rustig aan te doen.
Kapster Priscillia is wel in voor een praatje. Te voet naar Santiago? Ze begrijpt dat wel. Zelf doet ze aan hardlopen om te 'ontstressen', maar 30 km op een dag wandelen vindt ze wel veel.
Kapster Nathalie geen tijd? Nee, die heeft nooit tijd. Die knipt geen mensen die ze niet kent.
Ik moet hier wel om lachen. Haat en nijd in de kapperswereld in Le Chatelet. Het doet me denken aan Chantal in Hoegaarden die van de parochieassistente zei: Nee, die neemt nooit een pelgrim, die heeft 6 kinderen.
Op naar de 3 sterren camping Municipal in Chateaumeillant. Waar die 3 sterren vandaan komen?
Er is geen bar of restaurant. Bij de receptie kan ik wel fris of bier zonder alcohol kopen.
Gelukkig is er in het dorp wel een café-restaurant met Wifi. Wel weer 900 m lopen, maar goed, voor mijn volgers heb ik wel wat over. De code heeft men deze keer op een bordje gezet. Een verademing bij al die morsige briefjes die ik vaak krijg. Zoals gewoonlijk is het wachtwoord weer bijzonder lang. Ja volgers. jullie weten niet wat ik allemaal voor jullie over heb.
Alleenstaande eik |
En verder zijn er de geschreven en vooral ongeschreven regels. Neem nu vanmorgen. Ik sliep in een huisje op het erf, dus niets aan de hand, maar het ontbijt was in het woonhuis.
Op het afgesproken tijdstip sta ik aan de voordeur. Die is op slot en op mijn kloppen (veel Franse huizen hebben geen bel) wordt niet opengedaan. Ik loop een rondje om het huis en zie dat de achterdeur open staat. Via een lange bijkeuken kun je in de woonkeuken komen, maar op de een of andere manier voel ik dat het niet op prijs gesteld wordt als ik die ingang neem.
Ik loop verder en tref de gastheer aan de andere zijkant van het huis. Hij loopt met me mee en trekt een schuifpui open waarachter zich de ontbijttafel bevindt. Nu zul je zeggen: drie stappen doen, stoel pakken en aanschuiven. Maar nee, of ik via de voordeur binnen wil komen.
Je ziet de onzinnigheid van die vraag in, maar weet tegelijkertijd dat hierover discussieren zinloos is, dus doe je braaf war je gevraagd wordt. De voordeur is echter nog steeds op slot. Op mijn kloppen wordt niet open gedaan. Terug maar weer naar de schuifpui. Met mijn voet op de drempel (ik moet me bedwingen deze niet over de drempel te zetten) zeg ik dat de voordeur nog op slot zit.
O ja, excuses, vergeten.
We lopen terug naar de voordeur. Hij via de woonkamer en ik buitenom. Vervolgens lopen we samen door de woonkamer weer naar binnen.
Ik verbaas me over deze in mijn ogen zinloze onderneming, maar de gastheer staat met een tevreden blik achter zijn aanrecht. Dat heeft hij toch maar mooi opgelost.
Spannende paadjes |
De weg gaat de eerste tijd door een bos.
Er is een mogelijkheid om via een kortere weg vandaag de etappe met 2 km te bekorten, maar dan mis ik Le Chatelet en loop ik weer de ganse dag door bossen en over velden zonder iets tegen te komen. Of zoals de dichter Willem Kloos zei: een landschap is mooi, maar er moet wel iets bij te drinken zijn.
En verder zou ik wel eens naar de kapper willen. Gisteravond in de spiegel vond ik mezelf er wild uitzien. Nu hoor ik volger J.E. te V. al denken: ja gisteren heeft hij een leuke francaise ontmoet, dus vandaag ineens naar de kapper. Misschien is dat wel zo, maar voor mij is er een andere reden: gisteravond gewassen, dus vandaag heb ik een shirt aan dat voor de verandering eens naar zeep ruikt in plaats van naar zweet.
Le Chatelet lijkt eerst weer zo'n dorp zonder voorzieningen te worden, maar dan is er een pleintje met een bar Tabac. Ik ontmoet er landgenoot Georges. Hij heeft een huisje in de buurt en laat zijn familie de streek zien. Als hij hoort dat ik uit Alkmaar komt, vertelt hij dat hij uit Medemblik komt, nou ja, een dorpje in de buurt: Aartswoud.
Ik antwoord dat ik dat wel ken. Ik heb een tijd met een bibliobus door Noord-Holland gereden en dan stond ik daar voor de firma Van de Bel. En dan kwam er altijd een vrouw die eerst haar flessen in de glasbak gooide en dan de bibliobus binnenkwam. Als ik het glasgerinkel hoorde dacht ik altijd: Ah, mevrouw Van de Bel.
Georges is stomverbaasd: maar dat is mijn bedrijf. En die vrouw was tante Lies.
Als hij weggaat rekent hij ook mijn koffie en cola af.
Jara, Jori, Gerard en Georges uit Aartswoud |
Kapster Priscillia is wel in voor een praatje. Te voet naar Santiago? Ze begrijpt dat wel. Zelf doet ze aan hardlopen om te 'ontstressen', maar 30 km op een dag wandelen vindt ze wel veel.
Kapster Nathalie geen tijd? Nee, die heeft nooit tijd. Die knipt geen mensen die ze niet kent.
Ik moet hier wel om lachen. Haat en nijd in de kapperswereld in Le Chatelet. Het doet me denken aan Chantal in Hoegaarden die van de parochieassistente zei: Nee, die neemt nooit een pelgrim, die heeft 6 kinderen.
Priscillia knipt wel vreemden |
Kruispunt |
Op naar de 3 sterren camping Municipal in Chateaumeillant. Waar die 3 sterren vandaan komen?
Er is geen bar of restaurant. Bij de receptie kan ik wel fris of bier zonder alcohol kopen.
driesterrencamping aan watertje (uitzicht vanuit mijn pelgrimsraam) |
Gelukkig is er in het dorp wel een café-restaurant met Wifi. Wel weer 900 m lopen, maar goed, voor mijn volgers heb ik wel wat over. De code heeft men deze keer op een bordje gezet. Een verademing bij al die morsige briefjes die ik vaak krijg. Zoals gewoonlijk is het wachtwoord weer bijzonder lang. Ja volgers. jullie weten niet wat ik allemaal voor jullie over heb.
De dagelijkse wifi code |
En voor de volgers die me mailden dat ze deze blog in vergelijking met eerdere blogs zo serieus vonden eindig ik voor één keer met een mop. Uiteraard een kappersmop.
In de Westerstraat in Amsterdam was een kapper die op zijn etalage had staan: De beste kapper van Amsterdam.
Een tweede kapper vestigde zich er en schreef op zijn ruit: De beste kapper van Nederland.
Een derde kapper zag dit zo eens aan en koos uiteindelijk voor de slogan: De beste kapper van de Westerstraat.
In de Westerstraat in Amsterdam was een kapper die op zijn etalage had staan: De beste kapper van Amsterdam.
Een tweede kapper vestigde zich er en schreef op zijn ruit: De beste kapper van Nederland.
Een derde kapper zag dit zo eens aan en koos uiteindelijk voor de slogan: De beste kapper van de Westerstraat.
En ken je deze wel?:
BeantwoordenVerwijderenHarry, wat heb je met je haar gedaan
Harry, 't zit niet meer zo goed
Ik vond altijd dat korte haar zo keurig staan
Je moet toch es een keertje naar de kapper gaan
't Is niet zoals 't wezen moet
Sorry Harry, sorry Harry
't Staat een beetje raar
Doe iets aan je haar
Je haar, je haar, je haar
Hij knipt 't weer af, met een scheiding opzij
En iedereen lachte en iedereen zei
Wie durft 't te zeggen
Ik durf het te zeggen
Ik ook
Ik ook
Wij durven het zeggen
Harry, wat heb je met je haar gedaan
Harry, 't zit niet meer zo best
Ik vond altijd dat lange haar zo enig staan
D'r is nou wel een halve meter af gegaan
Harry, 't is helemaal verpest
Sorry Harry, sorry Harry
't Staat een beetje raar
Doe iets aan je haar
Je haar, je haar, je haar
Hij liet het weer groeien en knipte het weer
En nooit was het goed, en hij wist 't niet meer
En toen werd ie wakker, op zaterdagmorgen
Z'n haar was spierwit, spierwit van de zorgen
Wie durft 't te zeggen
Ik durf het te zeggen
Ik ook
Ik ook
Wij durven het zeggen
Harry, wat heb je met je haar gedaan
Harry, het staat wel echt apart
Maar toch vond ie dat donkere veel leuker staan
Harry, je moet es naar de kapper gaan
En verf 't maar weer zwart
Sorry Harry, sorry Harry
't Staat een beetje raar
Doe iets aan je haar
Je haar, je haar, je haar
Harry liet 't heel kort knippen
Harry liet 't heel kaal scheren
Nou heeft Harry, net als de kippen
Geen haar meer, maar veren
Uit: Ja zuster, nee zuster
nee, die kende ik nog niet
VerwijderenBedankt Jaap
Andrè. Ik ben niet zo'n "reageerder" maar ik geniet elke dag van je blog. Hou vol, je bent bijna halverwege. ;-)
BeantwoordenVerwijderenBehoefte aan een kapper !?!? Volgens je selfie met de Grenouille ben je helemaal niet toe aan een kapper, maar aan een kapster. Ja inderdaad: gisteren Marie-Anne - kennelijk een verademing na madame Mativon - en de dame met de kaart aan het Canal de Berry, en vandaag aardig gezelschap met Georges en Jara, en als toetje van de dag: Priscillia, die je wel wil knippen en scheren, na je blauwtje bij Nathalie.
BeantwoordenVerwijderenOverigens: op 27 juli 2006 heb ik met mijn tentje op de camping van Chateaumeillant gestaan op de terugweg vanuit SdC. Kapotte telefooncel bij de ingang, en (nog) geen Wifi in het dorp. De tijden zijn veranderd.
Merkwaardig, die aandacht voor hoe je haar zit, komt mij nogal overdreven voor.
BeantwoordenVerwijderenIk denk bij Kloos altijd aan:
Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten,
En zit in 't binnenst van mijn ziel ten troon
Over mij zelf en 't al, naar rijksgeboôn
Van eigen strijd en zege, uit eigen krachten.
En als een heir van donkerwilde machten
Joelt aan mij op en valt terug, gevloôn
Voor 't heffen van mijn hand en heldere kroon:
Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten.
–En tóch, zo eindloos smacht ik soms om rond
Úw overdierb're leên den arm te slaan,
En, luid uitsnikkende, met al mijn gloed
En trots en kalme glorie te vergaan
Op úwe lippen in een wilden vloed
Van kussen, waar 'k niet langer woorden vond.
Ja, maar jij bent ook een verheven persoonlijkheid
VerwijderenIk ben een sukkel in het diepst van mijn gedachten.